United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tenslotte begonnen Taxfins troepen zich in groote wanorde terug te trekken, terwijl het paardevolk der Christenen steeds verder opdrong. Slechts de Mooren van Sevilla hielden stand.

Het lichtgewapende Moorsche paardevolk van Berenger stormde tot den aanval, maar werd zonder eenige moeite door de Castilianen teruggeslagen. De Frankische krijgslieden van den Graaf, een troep flinke en oorlogszuchtige huurlingen, stormden toen den heuvel af, en vielen de soldaten van den Cid aan.

De heilige wordt doorgaans voorgesteld door een of anderen vroolijken onderofficier van het te Bergen in garnizoen liggende paardevolk, die met de geheimen der rijkunst vertrouwd is, en die, het hoofd gedekt met een gevederden helm en de borst omschanst met een kuras, het monster den doodelijken slag moet toebrengen.

Toen mijn werk af was, vroeg ik den Keizer een troep van zijn beste paardevolk, vier-en-twintig in getal, op deze vlakte te laten exerceeren. Zijne Majesteit keurde dat voorstel goed en ik nam ze op, een voor een in mijn handen, gelaarsd en gespoord, met de bijbehoorende officieren om ze te kommandeeren.

Hij hield zich van het welslagen zoo vast verzekerd, dat hij de gelofte deed binnen zeven jaren een leger van 50000 man voet- en 4000 man paardevolk op de been te zullen brengen, om Palestina van de Turken te bevrijden. Dit denkbeeldig plan was met hem samengegroeid; zijn hart en zijn verstand waren er van vervuld.

De heilige wordt doorgaans voorgesteld door een of anderen vroolijken onderofficier van het te Bergen in garnizoen liggende paardevolk, die met de geheimen der rijkunst vertrouwd is, en die, het hoofd gedekt met een gevederden helm en de borst omschanst met een kuras, het monster den doodelijken slag moet toebrengen.

Aangaande hun legerzaken, verheffen zij er zich op, dat des konings leger uit honderd-zes-en-zeventig-duizend man voet- en twee-en-dertig-duizend paardevolk bestaat: als dat een leger genoemd mag worden, dat is samengesteld uit de handelaars in de verschillende steden, en de boeren op het land, wier bevelhebbers de adel en de heeren zijn, zonder loon of vergoeding.