Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Het darmkanaal is eene buis, die op verschillende plaatsen eene zeer verschillende wijdte heeft, doorgaans in allerlei bochten en windingen in de lichaamsholte gelegen is en zich van den mond tot de aarsopening uitstrekt. Zoodanige inwerking van vochten kan des te beter geschieden, naarmate de spijzen in kleinere stukken verdeeld zijn.

Merkwaardig is de vrij sterke muscusreuk, die vele soorten verbreiden. Deze is te danken aan het "civet" een olieachtige of vettige, welriekende stof, die door de reeds genoemde civetklieren afgescheiden en in een zak vóór de aarsopening opgehoopt wordt.

Hunne voor- en achterpooten hebben vijf teenen, de beide middelste zijn slechts weinig langer dan de zijwaarts gerichte. In de aarsstreek komt geen klierzak voor; twee klieren monden echter naast de aarsopening uit. Door het gebit en den bouw van het geraamte geleken de Otters nog zeer op de overige Marters.

Door het omwoelen van den bodem worden sommige soorten schadelijk; andere soorten echter doen nut door het dooden van rupsen en andere schadelijke insekten. De mieren houden veel van allerlei zoete stoffen; vooral likken zij gaarne het zoete vocht op, dat de bladluizen uit hare aarsopening afscheiden.

De overige kenmerken van het geslacht zijn: de korte, breede ooren, de matig groote oogen met rondachtige pupil, de spits toeloopende snuit, waarvan de neus sterk vooruitsteekt, het zachte vel en de zeer sterk ontwikkelde, vóór de aarsopening gelegen klierzak, waarin zich de stof verzamelt, die door de civetklieren afgescheiden wordt.

Naast de aarsopening bevinden zich klierachtige plekken, die een sterk naar muskus riekend vocht afscheiden. Tot nu toe zijn twee soorten van dit geslacht bekend, die zich in bosschen en in struikgewas ophouden.

De oogen zijn gewoonlijk klein, de ooren soms tamelijk groot, meestal klein; de pooten hebben vier of vijf teenen, met klauwen, die bij vele soorten teruggetrokken kunnen worden. Naast de aarsopening bevinden zich 2 of meer "aarsklieren", die een eigenaardige, zelden welriekende vloeistof afscheiden.

De snijtanden zijn zeer ontwikkeld, de hoektanden stomp kegelvormig, de kleine kiezen onderscheiden zich door hun sterk ingedrukte kroon, de scheurkiezen door hun massieve ontwikkeling. Krachtige kauwspieren, groote speekselklieren, een met hoornachtige papillen bezette tong, een wijde slokdarm en eigenaardige klieren in de nabijheid van de aarsopening zijn verdere kenmerken van deze dieren.

In haar vaderland staat zij in hoog aanzien wegens het civet, waarvan door de Maleiers een veelvuldig gebruik wordt gemaakt. Men besprenkelt met deze welriekende stof, waaraan andere geurige stoffen toegevoegd worden, de kleederen, maar geeft op deze wijze ook aan de kamers en bedden een voor Europeesche neuzen onverdraaglijken geur. Een ondiepe klierzak bevindt zich vóór de aarsopening.

In de nabijheid van de aarsopening komen klieren voor, evenals bij de meeste Viverren; nooit echter scheiden zij een welriekende stof af, zooals bij sommige van de laatstgenoemde dieren; integendeel de ergste stinkers van de geheele orde behooren tot de Marters. Het lichaam is gewoonlijk zeer dicht en fijn behaard; de meest geschatte pelterijen zijn van dieren uit deze groep afkomstig.

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek