United States or San Marino ? Vote for the TOP Country of the Week !


Don Juan de Silva had in 1612 reeds den vroegeren gouverneur der Molukken Cristóbal de Ascueta Monchaca naar Goa gezonden om bij de Indische kooplieden geld op te nemen en zich daarvoor van schepen en bemanning te voorzien . Zelf spande hij alle krachten in om een behoorlijke vloot in gereedheid te brengen, terwijl in Aug. 1614 eenige hulp uit Spanje in Manila aankwam.

Het lichaam werd met groote staatsie in de Groote kerk ter aarde besteld, en de laatste eer aan den overledene bewezen door Prins Maurits, Grave Willem van Nassau, den Vorst van Anholt, en een aanzienlijk getal krijgshoofden en voorname Heeren. Op den 6en September 1614 had een zware doorbraak plaats, door welke al de steenwerken buiten de Wijksche poort wegspoelden.

In 1582 deed de Regering eene poging, om haar te doen herleven, door de aanstelling van Antonius Folcard of Folkerts van Boornbergum, tot Overste, doch dit besluit werd niet uitgevoerd. De oprigting der Hoogeschool in Groningen, in het jaar 1614, gaf deswege eene nieuwe schadeloosstelling.

In 1828 telde de stad 28.000 inwoners; thans wonen er 100.000 menschen. Ook de uitvoer en de invoer nemen toe; ze hadden in 1903 het cijfer van 8.700.000 francs voor den invoer en dat van 7.570.000 voor den uitvoer bereikt; in de haven van Malakka kwamen in dat jaar binnen 1614 koopvaardijstoomers en 2641 inlandsche vaartuigen.

Slechts zeer weinig berichten zijn uit dezen laatsten tijd van zijn leven tot ons gekomen; wij weten er uit, dat hij zich met het beheer zijner bezittingen bezighield en ook enkele keeren naar Londen reisde; het is ten minste bekend, dat hij er in November en December 1614 eenige weken vertoefde; het jaar te voren, in Maart, had hij er een huis gekocht in de nabijheid van den Blackfriars-schouwburg; men kan dus wel vermoeden, dat hij er meermalen heenging.

Het schijnt, dat Cervantes aangespoord werd tot het uitgeven van het tweede deel van Don Quixote, door de verschijning in 1614 van een boek van Alonso Fernández de Avellaneda, dat een minderwaardig vervolg was op het eerste deel van zijn groot werk, en welks inleiding allerlei onbeschaamdheden van persoonlijken aard bevatten.