Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
De inhoud van dat gedicht zal waarschijnlijk bestaan hebben uit een verhaal van de verwoesting van Jeruzalem; die verwoesting placht namelijk voorgesteld te worden als Gods wraak over het ter dood brengen van JEZUS. In den proloog van zijn boek over den Graal en MERLIJN noemt MAERLANT dit gedicht "wyde becant"; was het omstreeks 1261 reeds wijd bekend, dan heeft de verbreiding van het werk in ruimen kring natuurlijk eenigen tijd vereischt, en moet het dus ten minste in de eerste helft der 13de eeuw ontstaan zijn .
Een document, waaruit zulks kan blijken, is de volgende verklaring van Magister Hendricus van de Mendicanterorde te Straatsburg, uit het jaar 1261: "Aangezien een non, die door den aandrang des vleesches en door menschelijke zwakheid overweldigd, haar kuischheid schendt, minder schuldig is en meer verschooning verdient als zij zulks doet met een geestelijke, dan met een leek", enz.
Te dien tijde bestond er reeds een Kommandeur, want in het genoemde archief berust mede een document van 1261, waarby Broeder Henric, Kommandeur van Gemert, met toestemming van den Luykschen Kommandeur de Prenthage, eenige goederen aan het huis van Postel verkocht, die gedeeltelijk door den Hertog van Brabant, gedeeltelijk door den Beschermvoogd van Mol aan de Kommandery geschonken, en in de dorpen Lommel en Hilvarenbeec gelegen waren.
In het jaar 1204 veroverden de eersten zelfs, geholpen door de vloot der Venetianen, de stad Constantinopel en maakten zich meester van het rijk. Graaf Boudewijn van Vlaanderen was de eerste keizer van het zoogenoemde #Latijnsche keizerrijk#, dat zich slechts tot het jaar 1261 kon staande houden. In dat jaar herstelde een griek Michaël Palaeologus het Grieksche keizerrijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek