United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja, hy ging zoo-ver, te beweren dat Wouter's Nieuw-Testament weer zou te-voorschyn gekomen zyn, als juffrouw Pieterse maar had kunnen opgeven tot welke klasse de man behoorde, die 't gebonden had in zwart sjagryn. Maar dat wist ze niet.

Jansen hield even op om Wouter's aandacht te spannen. Maar hiertoe was meer noodig, want de gedachten van den jongen waren by de preek over spaarzaamheid. ...voor 't heele hof, denk eens! Ja, m'nheer, zei Wouter, zonder nog te weten wat er te denken viel.. Hy heeft voor 't heele hof gezeten op... wel, waarop denk je dat-i gezeten heeft? D

Hier volgde een beschryving van Wouter's gemoed, die juffrouw Pieterse angstig maakte, en den betrokkene zeer verdrietig. Hy had den moed niet, juffrouw Laps voor krankzinnig te houden wat ze dan ook niet was en moest dus wanhopen aan z'n eigen verstand. Hoe toch kon zy uit het voorgevallene by z'n bezoek al die gevolgtrekkingen halen? Er was immers geen tyd geweest voor 'n theologisch woord.

Veeleischend van de toekomst, tot het brutale toe?" Waarom vraagt ge dit, lezer? Omdat het kind zoo gaarne koning van Afrika wilde worden? Hebt ge niet opgemerkt dat er naast stond: "of 'n bleekersjongetje?" Was ook dat onbescheiden? Neen, niet zulke nietigheden waren 't onderwerp van Wouter's ongeëvenaarde eerzucht.

Juffrouw Laps had waarlyk niet noodig gehad haar opzetje zoo fyn intekleeden, en 't overslaan van Wouter's naam by 't oproepen van de ridders wier bescherming zy beweerde noodig te hebben, was 'n overbodige weelde van staatkundery. Dank zy de domheid der Pietersens, ze zou by veel grover behandeling van zaken, even goed haar doel bereikt hebben.

Wouter's intrede in 'n brok van de werkelyke wereld. Taalkundigheid van den auteur, blykbaar in 't vinden van den oorsprong van 't woord hypotheek, dat geboren is op den zeedyk te Amsterdam. Zaken! Gods vinger in 'n leesbibliotheek, naast snuif en tabak. Vereischten zyn: eerlykheid, goed zedelyk gedrag, en niet beneden de vyftien jaren. By lust tot werken bestaat er vooruitzicht op salaris.

Tot kort na de expeditie naar ouwenbrug, hartenstraat en aschpoort, was Leentje Wouter's eenige vertrouwde. Haar liet-i de verzen lezen die versmaad waren door lange Ceciel. Haar klaagde hy z'n smart over de onrechtvaardigheid van meester Pennewip, die hèm "redelyk" gaf, en "uitmuntend" met 'n krul, aan 't roodharig Keesje.

Ze hadden in dit byzonder geval alleen hierom niets ergs gedacht, omdat ze gewoon waren in 't geheel niet te denken, en deelden dus de verdienste van 't vertrouwen, met Wouter's muts die er ook geen kwaad in zag, juffrouw Laps 'n paar uurtjes gezelschap te houden. Ik begryp om al de wereld niet, waar de jongen zoo lang blyft? zei de moeder.

Dat oom Sybrand zich hiervan bediend had in oneigenlyken zin, en dat Sietske's vertaling niet zeer korrekt was, doet hier niets ter-zake. Het woord: "dom" beteekende naar Wouter's schoolsche opvatting, dat men z'n les niet kende, dat men den naam van zekeren berg niet wist, enz. Het zou immers nooit te-pas gekomen zyn, Pennewip's leerlingen en bloc 'n domme schoolmassa te noemen?

De nederigheid van den schryver, blykende uit de erkentenis zyner onwetendheid omtrent den naam van zekere poort. 2e. De invloed van Fransje Halleman op Wouter's heldenziel. 3e. Verband tusschen dien invloed en de profetiën van Habakuk. 4e. Nog iets over Habakuk, met 'n wenk over de onbegeerlykheid van gedrukte perzikken. 5e. Groote menschen bezien door de kleine.