United States or Falkland Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De religieuze zielkunde handelt over haar in een diepzinnig hoofdstuk en het is deze vergoding als een voleindiging van het geestesleven, welke de Faust-dichter in de slot-scène van het gedicht heeft in beeld en klank en woord gebracht. In haar is geen Mefistofeles die het bewustzijn der oneindigheid tracht af te leiden of uit te dooven.

De dichter moet vóór 1330 gestorven zijn; zeker niet zoo heel lang na de voleindiging van den Limborch . In den aanvang van het Tiende Boek immers stelt hij zich aan zijn publiek voor als een oud man: hij is versleten, het vesperklokje gaat voor hem luiden, zijn eenig genoegen "leit in de scotele ende in den nap"; voor de minne deugt hij niet langer, erover praten is al wat hij kan.

Nu eerst.... De mensch streeft zoolang hij leeft en zoolang hij streeft dwaalt hij en is door Mefistofeles vergezeld. Faust wordt voleindigd door den dood heen. De ingang in het groote Mysterie is de voorwaarde tot de voleindiging.

Deze is de "eeuwige Liefde die alle dingen vormt" en in de voleindiging des levens hebben wij niet het partikuliere zelfbewustzijn, maar het bewustzijn van God, dat is van de eeuwige Liefde. Wij zìjn ons bewust van de Oneindige Tegenwoordigheid. Als "de Liefde van boven aan ons deelneemt roept de heilige schaar ons het welkom toe."

De liefde is de ware zaligheid. Geen geluk boven dit geluk. De liefde is de eenige verrukking. Al het overige is er treurig bij. Beminnen of bemind te hebben is voor het leven genoeg. Vraag niets meer. Er is geen andere parel in de donkere vormen des levens te vinden. Beminnen is een voleindiging. Wat was er van Jean Valjean geworden?

Wat in de wereld niet geldt, geldt hier: het is de almachtige Liefde die alles vormt en alles koestert. In deze sfeer wordt het wonder voltrokken der voleindiging van het geestesleven. De voltooiing moge een logisch gevolg zijn van de voorafwerkende krachten, zoodat het geestesleven uit zichzelf naar haar heenwijst toch is haar werkelijkheid een nieuwe daad.

Doch in 't einde moet de mensch inzien, dat niet hijzelf, dat is niet zijn individueele eigen-persoon, de voleindiging toebereidt, maar dat hij haar verwerft krachtens de Godheid die zijne werkende macht is. Hij, als eigenpersoon, geeft zich over. Hier treedt het passieve moment in, dat de aktiviteit bekroont. Wat hem tevoren werk toescheen schijnt hem nu rust.

Zoo lang de mensch nog in zijn streven is bevangen en de Mefistofeles hem begeleidt, weet hij niet anders of het is zijn eigen zedelijke natuur die handelt.... maar dit wordt anders in de voleindiging. Ja dit is de voleindiging dat hij zich bewust is van de Godskracht als zijn eigen wezen. Op eens aanschouwt hij in zich niet zijn eigen persoon, maar het groote Wezen.