United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het moderne geestesleven zou nog verder ten achter gestaan hebben in morele verfijning en maatschappelike vormen, de moderne poëzie zou heel wat armer geweest zijn aan sentimentaliteit en een eigenaardig soort romanfantasie, indien het adelike hofleven der 12de en 13de eeuw niet geleefd was en de gedichten der troubadours en de ridderromans nooit geschreven waren.

De geslachtsnamen aan persoonlike eigenschappen ontleend, en die geenszins zeldzaam voorkomen, ook over alle nederlandsche gewesten verspreid zijn, kan men gevoegelik verdeelen in zulken die hun ontstaan danken aan lichamelike eigenschappen, en in die welke ontleend zijn aan byzonderheden van den inborst, het geestesleven der menschen.

Indien men de inslag van de ridderlikheid door de schering van het maatschappelike geestesleven van een latere tijd of die van de ridderromantiek in haar latere literaire ontwikkeling heen wilde nagaan, zou dit betekenen dat een aanzienlik deel van de geschiedenis der moderne kultuur geschreven was.

In het laatst der middeleeuwen was het de kerk, de universiteit en de burgergeest die het geestesleven zouden beheersen. Deze drie machten waren het die in de 14de en 15de eeuw de dood van de ridderromantiek veroorzaakten. In de latere Graalromans zagen wij haar in de dienst treden van de kristelike mystiek en ascetiese monnikengeest.

Men daalt slechts in zichzelven af en deze afdaling heet de bezinning, maar de bezinning brengt den bezinner tot de algemeene gronden waar het leven, waar elk geestesleven, ontspringt.

Heeft dus volgens u de intellectueel niet veel te leeren van de grootsche gevoelens en ideeën die er leven in de massa, speciaal in het zich organiseerende proletariaat? Zacht, beslist en precies luidde hierop het antwoord: Ik wijs af een opvatting, waarbij het innerlijk niet uit zichzelf leeft en waarbij de menigte naar economische motieven over het geestesleven wil heerschen....

Intusschen, de lezer, die, behalve een inleiding in het geestesleven en de gemoedshouding van de hier behandelde auteurs, ook een blik op het geheel zoekt, behoeft dit werkje niet teleurgesteld opzij te leggen.

Behalve de bewondering voor de poëzie der oude Nooren bracht de liefde voor een geestesleven, dat ook in onze landen eenmaal welig was, mij er toe de Edda-liederen in het Nederlandsch te bewerken. Wat tien eeuwen aan verandering brachten aan de mentaliteit van ons wezen weerhield mij van een vertaling.

Want het volksleven is veel meer gevoels- dan geestesleven. Zelfs op het veld der wetenschap doet dit gevoelsleven zijn rechten gelden en verkiest het de bekoorlijke, dichterlijke, fantastische verklaring boven den soberen, logischen redeneertrant. Een sprookje is het volk liever dan een betoog. Zoo vertroebelt het gevoel de volkswetenschap en maakt ze in zekeren zin tot een kunstvorm.

Het is een fabel, dat deze heele voorraad slechts uit een paar duizend woorden zou bestaan. Zonder twijfel ontbreken in de volkstaal tallooze uitdrukkingen voor begrippen uit het gemoeds- en geestesleven, uit het gebied van wetenschap en techniek.