United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Behalve dat kende hij ze over het algemeen als veelvraten, drinkebroers, onmatigen en het meest na den wellust aan ander zingenot verslaafd, gelijk stompzinnige dieren.

De Insecteneters zijn stompzinnige, brommige, wantrouwige, schuwe, van eenzaamheid houdende, opvliegende dieren. Verreweg de meeste leven onder den grond, gravend of woelend, of houden zich althans in zeer diep verborgen schuilhoeken op; eenige bewonen echter het water, andere leven in boomen.

Ik erken dat ze dit is, maar vraag waarom we dan dien naneef zooveel stof leveren om op onzen tijd met minachting neer te zien? Waarom zoo ... middeleeuwsch berust in verkeerdheden welker verbetering slechts wacht op de toepassing der voorschriften van 't gezond verstand? Ook die stompzinnige berusting komt me banaal voor. Erger dan dat, ze is onverantwoordelyk.

Met stompzinnige kalmte beschouwde hij deze stille, vreeselijke kamer, waar zoo vele levens gebroken waren, waar zijn naam weldra zou klinken en waar zijn lot nu zweefde. Hij aanschouwde de wanden, toen zich zelven, verwonderd dat het deze kamer, dat hij het was.

Welhaast valt de regen in stroomen neder. Lejanne en François verlaten hunne hangmatten, aan hooge boomen opgehangen, die den bliksem zouden kunnen aantrekken. Geen enkele stof, hoe waterdicht ook, is tegen zulke regens bestand. Wij zijn in een oogenblik doornat en rillen van de koude. Niemand spreekt een woord: in stompzinnige onverschilligheid laten wij ons door deze waterplassen overstelpen.

Deze scheuren zij met de dikke lippen af en stuwen, evenals het Rivierpaard, hiervan groote hoeveelheden tegelijk door hun wijde keel. Evenals alle vraatzuchtige dieren zijn ook de Sirenen trage, stompzinnige wezens met zwakke geestvermogens. Men noemt ze vreedzaam en onschadelijk en duidt hiermede aan, dat zij niets anders doen dan vreten en rusten.

"Want zoowel nu als vroeger ontmoet men onder degenen die zoo openlijk verklaren dat zij rechtgeloovig zijn, zeer vele stompzinnige, harde, met zich zelf ingenomen menschen, terwijl men verstand, eerlijkheid, goedhartigheid, waarheidsliefde en zedelijkheid grootendeels bij hen vindt, die zich zelf ongeloovigen noemen.

De Atheners, in wier oogen alles wat niet van Athene kwam, bespottelijk was, beschuldigden hunne naburen van domheid en stompzinnige onbevattelijkheid des geestes: eene reputatie, die zij tot heden hebben behouden. Toch is deze beschuldiging volkomen onverdiend.

Wie met zulk een geestgesteldheid begiftigd zijn, komen reeds vroeg in hun leven tot het besluit, dat de wereld hun verstand te boven gaat. Zij doen dus ook maar geen moeite meer om haar te begrijpen, en gevolgelijk zijn zij, op hun stompzinnige wijze, tevreden en gelukkige stervelingen.

Aan een bordje rijst en drie wortels per dag heeft hij genoeg. De stompzinnige onverschilligheid, waarvan de reizigers melding maken, kan, althans bij den Unau, plaats maken voor een duidelijk merkbare opgewondenheid.