United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar de huid noch van spijkers, noch van bouten voorzien was, doch gemaakt van gevlochten bamboes, dat goed geharpuist en gekalefaat was, zoo was zij zoo waterdicht, dat de jonk niet eens een lenspomp bezat. Het schip was van dik bamboes vervaardigd en dreef op het water als een stuk zwam.

Zoodra deze Musschen een geschikte plaats gevonden hebben in de kroon van een grooten, hoogen boom of desnoods tusschen de bladen van de reusachtige boom-aloë, beginnen zij van hard gras, een groot, gewelfd en waterdicht dak te bouwen, dat, naar gelang van het aantal paren, 12 voet of meer middellijn heeft.

Ik kende nu reeds het geheele voorste gedeelte van dit vaartuig, hetwelk, als men van het midden naar den voorsteven ging, op deze wijze was ingedeeld: de eetzaal vijf meter lang, van de bibliotheek gescheiden door een hermetisch beschot, waar het water niet doorheen kon dringen; de boekerij was vijf meter lang, de groote zaal van tien meter door een tweede waterdicht beschot gescheiden van de kamer des kapiteins, welke vijf meter lang was; daarachter lag mijne hut van twee en een halven meter, en eindelijk eene bergplaats van zeven en een halven meter, die zich tot aan den voorsteven uitstrekte; dus in 't geheel 35 meter lang.

De manta heeft geen naden; er is in 't midden een opening in voor het hoofd, en het kleedingstuk kan aan den hals nog worden bevestigd met knoopen, ofschoon het meestal zoo gedragen wordt, als het over het hoofd is aangetrokken met een open gedeelte aan den hals. Vele der manta's zijn waterdicht, en ze moeten bij het rijden bijzonder gemakkelijk zijn.

Ondertusschen bevestigde zij de vlerken weer aan de kano; voor sjorrings gebruikte ze alles wat ze aan kokosvezels vinden kon en ook wat er nog over was van haar ahoe. De kano was leelijk gekraakt, en zij kon haar niet waterdicht maken, maar zij borg een halve kokosnoten-schaal aan boord als hoosvat. Zij was erg verlegen om een pagaai.

Het bouwen van het nest vangt aan met het vervaardigen van een geraamte van lange grashalmen, dat aan de uiterste spits van lange, buigzame twijgen bevestigd is en reeds duidelijk den vormt vertoont, dien het nest zal krijgen; men kan er echter nog overal doorheen zien. Vervolgens worden vooral de wanden der nestholte zeer zorgvuldig waterdicht gemaakt, door er in de eerste plaats zooveel mogelijk halmen van boven naar onderen door te steken; later worden ook in dwarse richting halmen ingevoegd. Een cirkelrond vlieggat wordt gewoonlijk aan de zuidzijde opengelaten. Het nest heeft nu den vorm van een stompen kegel, die op een halven bol rust. Om het te voltooien, wordt de opening aan het boveneind verlengd tot een buis, die bij den geheelen wand langs naar beneden loopt en er stevig mede verbonden is, zoodat nu het vlieggat zich onderaan bevindt. Eerst daarna wordt het nest ook van binnen afgewerkt en met een legplaats van uiterst fijne grashalmen voorzien. Het mannetje is de eenige bouwmeester van het nest, het wijfje bepaalt zich tot het aanbrengen van eenige verbeteringen van het inwendige. Als één twijg niet voldoende wordt geacht, worden twee twijgen aaneen verbonden door een brug, die nu als aanhechtingspunt dient voor het schommelend gebouw. Soms begint het wijfje te leggen reeds voordat de woning geheel gereed is. In den tusschentijd en zelfs gedurende het broeden bouwt het mannetje nog steeds ijverig voort. Het broedsel bestaat uit 3

Goten loopen erdoor aan de oppervlakte, om weg te laten vloeien, wat uit de lijken komt en het te voeren naar een kuil, een soort van put, geboord in het midden van den Toren, waarvan de diepte zorgvuldig waterdicht is gemaakt.

Ja, Heer, ga er gerust op zitten, ik zal bukken. Ik ging als te paard op zijn schouders zitten en hij droeg mij naar boven. Iedere verdieping in den toren was juist als ons vertrek. In de vloeren waren openingen, waardoor de trap liep. Deze openingen hadden geen sluiting, behalve die onder het dak, waarvoor het sterke zware deksel diende, dat men, door de gummi-banden, waterdicht afsluiten kon.

Zij waren geen deftige familie en zij waren niet goed gekleed; hunne schoenen waren alles behalve waterdicht; hunne kleederen waren kaal en het zou niet zoo heel vreemd geweest zijn als Pieter tamelijk vertrouwd was met het inwendige van een pandjeshuis; ik voor mij ben zelfs overtuigd dat hij zéér goed wìst hoe dit er uitzag.

Welhaast valt de regen in stroomen neder. Lejanne en François verlaten hunne hangmatten, aan hooge boomen opgehangen, die den bliksem zouden kunnen aantrekken. Geen enkele stof, hoe waterdicht ook, is tegen zulke regens bestand. Wij zijn in een oogenblik doornat en rillen van de koude. Niemand spreekt een woord: in stompzinnige onverschilligheid laten wij ons door deze waterplassen overstelpen.