United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier en daar in felle kantlichtjes schitterend op 't blank gepoetsten koper- en ijzerwerk, of zwarte slagschaduwen neerwerpend op de schuins gespannen zeilen Dartelend in de golven, vóór ons, of sprankelend, opspringend in 't witte schuim langs beide boorden, tintelde het overal. Zie nu eens om, zei de commandant. Prachtig!

De wimpels flapten in den wind, de zeilen zwollen, de golven bruisten, gekapt met sprankelend schuim. Zeemonsters doken blazend op langs den boeg. Aan de kimme doemden blauwe bergen. Bij een zonnig eiland viel het anker. Justus wandelde onder de palmen van Taprobane, over welks wonderen hij kort tevoren gelezen had in het boek van vader Haafner.

De zon glansgoudde door hun buiken en woei naar beneden, roosterde het dak van het huis en schitterschimde door den somberen tuin, sprankelend over de bloemen, glijend over den rug van Marie, schrijnend naar Mathildes oogen, die groot open stonden, die wachtten in zwartbrandende begeerten.

Het terrein moge geschikt zijn voor de ruiterij, maar bij eene nederlaag, met de zee van achteren en moerassen terzijde, komt er van het leger niet veel terechtHij was thans dicht bij den vijand en als er geen struiken tusschen hen hadden gestaan, zou hij het kamp bespeurd hebben; uit de ineenvloeiing van klanken, die tot hem opsteeg, begonnen zich reeds enkele in zijn nabijheid af te scheiden: schetterende tonen eener barbaarsche muziek, van den een of anderen half wilden volksstam, uitdagend voor een oogenblik de lucht in sprankelend en plotseling verstommend; daarna een getrappel van paarden, die voortgeleid werden, met het geschreeuw der geleiders er tusschen, in onbekende neusgeluiden.

Bij de zuidelijke Franken, in Brabant, Limburg, de Lijmers, de Overbetuwe, het Land van Maas en Waal en het grootste deel van België, wordt de spreekwijze losser en levendiger, vertoont zij meer sprankelend vernuft en humor, meer kleur en poëzie.

Het eerste wat ze voelde was een blijdschap, sprankelend in haar hoofd, want heimelijk had ze er op gehoopt, dat iets dergelijks eens zou gebeuren, één van die dagen, dat ze 's ongestoord een paar uur met Paul alleen zou kunnen zijn , maar 't was er zoo in-eens nu, zoo onverwacht...; dadelijk kwam een vaag belemmerend tegen-op-zien haar verheuging storen.... Er was zooveel waar ze naar vragen wou aan Paul, waarover ze zijn meening wilde weten ... maar gek! ze herinnerde zich er plotseling niets meer van.... Ze voelde dat ze niet wist wat ze zeggen, noch op welken toon ze met hem praten kon.... En toen merkte ze de aarzeling van zijn antwoord op; ze keek naar hem, ze zag dat zelfs zijn voorhoofd rood werd, dat zijn trekken barsch en wrevelig stonden als van een plotselinge ergernis..., en 't was of alles uit haar week...; het niet-begrijpen, de teleurgesteldheid werd een weeë leegte; er kwam een wazig warrelen voor haar oogen; de heele middag kreeg iets sombers en iets angstigs.... Hij wou niet!... wou niet graag met haar alleen zijn; was ze hem dan toch niet sympathiek, vond hij haar dom, vervelend, onbeduidend?... Zij was wel niet gekrenkt, want eigenwaan bestond in haar niet o neen! ze wist ook wel, ze wás een schaap , maar ze had er wel iets over willen zeggen: dat hij 't toch vooral niet doen moest als hij andere plannen had, dat ze eigenlijk ook best alleen kon gaan, of zoo..., maar 't ging niet; er was een zware loomheid die haar zwijgen deed; ze slikte, droog, en voelde iets branden achter in haar oogen....