United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo ge bij ons wilt komen dienen, beloof ik u, dat ik u aan een paard zal helpen, ruim zoogoed als hetgeen wij u ontnomen hebben;.... doch waarom hieldt gij u ook dood?" Deze toespraak geëindigd hebbende, draaide hij zich om, zonder verder antwoord af te wachten, en ging naar den stal, vergezeld van Kapitein Schwanck.

"Bij mijn degen," zeide hij tegen dezen in 't uitgaan: "die knaap herinnert mij volkomen een dapperen Kleefschen Graaf.... doch dien hebt gij nooit gekend, Schwanck!"

"Verplicht voor de eer," hernam Joan; "maar dat helpt mij weinig." "Gij moest met mij naar Zijn Hoogheid gaan," zeide de officier, zonder zich aan den driftigen toon van Joan te storen: "ik sta u borg, dat gij spoedig vooruit zoudt komen. Wat dunkt u daarvan, Kapitein Schwanck?" vervolgde hij, zich tot den anderen officier wendende. "Dat zult gij best weten, Kapitein Holtvast!" antwoordde deze.

"De Jonker heeft vast wijze redenen, die het ons niet past te onderzoeken. Ook zal Koning Frederik hier dienaars genoeg hebben, en misschien meer, dan wij in den kost kunnen houden; doch het is onze tijd, verder te gaan: nu, Jonker! zoo gij iets naders van ons begeert, verneem dan maar naar mijn makker, dien gij hier ziet, Kapitein Schwanck, van de garde. En ik noem mij Holtvast, om u te dienen.

"Ik weet niet dat ik u eenige rekenschap verschuldigd ben," zeide Joan. "Misschien!" antwoordde Schwanck: "het moet ons vreemd voorkomen, dat iemand, die voorgeeft Koning Frederik te dienen, naar Den Bosch reist op het oogenblik, dat Zijn Majesteit hier verwacht wordt." "Bedaar, kapitein Schwanck, bedaar!" zeide zijn krijgsmakker.