United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daardoor verschijnen zij ook overal als de lievelingen van Venus, en in hun groot heldendicht, de Lusiade, treedt in den raad der goden, de godin der liefde op als beschermster en voorspraak van Vasco de Gama en zijne Portugeezen, terwijl Bacchus, de god des wijns, de rol van hunnen tegenstander en verderver speelt, welk laatste, zooals ik hier ter loops opmerk, voor de in het eten en drinken zoo uiterste matige Lusitaniërs, even veel beteekenend is.

»Dat is de eerste deugd, die ik in je opmerkzei Bob, met zijn bekend knipoogje tegen ons. »Willen we het doen, jongens?» »Heb-je tabakvroeg ik. »Dat zou ik meenen, een ons fijne tabak, van de fijnste, die ik krijgen kon. Zie maar eens hierBob verdween weer in de kast en kwam met een zakje tabak terug, hetwelk hij met een trotsch gebaar omhoog hield.

Reeds bij de eerste morgenschemering zette de stoomboot, die mij naar den archipel had gevoerd, en op eenigen afstand van Suva geankerd lag, hare reis voort en lag weldra aan de kade. Dat is een voorrecht, dat ik opmerk bij de meeste aan Engelschen toebehoorende havens!

Op den Louteringsberg spreekt de oude Toskaansche dichter Buonagiunta aldus Dante aan: "Maar zeg of ik hier zie dengene, die tevoren bracht de nieuwe rijmen, beginnende: Vrouwen, die begrip hebt van liefde." En ik tot hem: "Ik ben er één die, wanneer de Liefde iet mij inblaast, het opmerk en op die wijze waarop zij het binnen in mij dicteert, voortga het opteekenende."

Op het oogenblik is zij vrij bleek en mager door zorg en waken; maar ik zie haar graag aan, want haar gezicht is vriendelijker en haar stem is zachter geworden; ze stampt niet meer, maar beweegt zich licht, en draagt voor zeker klein persoontje zorg op een moederlijke wijze, die ik met blijdschap opmerk.

In de Galleria delle Statue treft mij het meest de verminkte Eros naar Praxiteles, zonder armen en zonder beenen, en daarom zoo pijnlijk, zoo armoedig, als eene gemartyrizeerde godheid, maar zijn kop is intact, het haar wat opgebonden in een strik op het hoofd van voren.... Eene onuitsprekelijke peinzing in de neêrkijkende oogen, waarin bijna iets trilt van wroeging, omdat hij de liefde is en het leed geeft aan de arme menschen; en dan tevens dat aanbiddelijk noodlottige van geheel zijn armelijk verminkt wezen, alsof hij stil fluistert: ik kan niet anders en ik moet zoo: vergeef me.... En zijne ziel, de zoete ziel van dat stuk marmer is zoo iets zoets, zoo iets diep-in levends, dat mijne oogen vochtig worden, als ik hare openbaring opmerk, en dat ik hem zoû willen troosten, en hem zeggen: het leed, dat je geeft: het is het geluk, en de arme menschen, ze willen het niet missen, nooit....