United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


En even rustig, onverward en onvervaard wachtte hij den dood, waarmede de tering hem jarenlang bedreigde. De kern van Spinoza's leer is in het kort aldus te formuleeren: Er is één "iets" dat op-zichzelf, uit eigen kracht, als "zijns-zelfs-oorzaak" bestaat. Dit is de Substantie, het zelfstandige, God.

De aan laatstbedoelde slotsom toegekende nauwkeurigheid, heeft slechts 'n uitsluitende beteekenis in-zooverre wy daarmee de wyze aantoonen waarop we tot ons rezultaat geraakt zyn. Elk ander feit, op-zichzelf beschouwd, is even exakt.

Kan men nu aannemen dat er onder al dit volkje niemand was die de verkeerdheid van deze handelwys zou kunnen begrypen? Immers neen. En dan toch alleen zou de beschuldiging van domheid op die menigte van toepassing geweest zyn. Ieder op-zichzelf was verstandig genoeg om de zaak juist te beoordeelen. Met hun allen echter sloegen ze zonder de minste geldige reden den boêl stuk.

Dit wat het tweede punt betreft. Men merke op dat ditzelfde geldt voor elk ander ding dat in een of ander attribuut Gods uit den aard Gods op-zichzelf met noodwendigheid voortvloeit. Stelling XXII. Bewijs. Het bewijs dezer stelling wordt op dezelfde wijze geleverd als dat der voorgaande. Stelling XXIII. Bewijs. Def. St. Def. Def. VI en St. H.t.b.w. Stelling XXIV.

En ... de tegenwerking der andere party is hevig. Dit nu op-zichzelf ware geen schade. Maar die hevigheid openbaart zich ten-koste van de waarheid. En dit schaadt wel! Hoe, gebreken in volksvoeding, in kazerneering, in prostitutie? Onder den minister dien wy steunen? Dat mag niet waar zyn! 't Is inderdaad hard, maar ... wie zal hem tegenspreken?

Maar hoe gewichtig ook, ze waren in dit geval onderschikt aan andere takken van zorg en bezigheid. Als er door slordigheid of verzuim eenige duizenden te-kort waren in myn beheer, noem ik dit op-zichzelf geen kleinigheid.

De meeste rechtsregels zyn stellingen, die gemakshalve als waar worden aangenomen, maar die voor den denker bewys noodig hebben. Deze neemt ze dan ook gewoonlijk niet aan, voor er wèl en deugdelyk bleek dat het aangevoerd dicton, ten-eerste: op-zichzelf beschouwd aannemelyk is, en ten-tweede: dat het van volle toepassing geacht kan worden op de behandelde zaak.

Dit echter is tegen het onderstelde; immers er werd ondersteld dat uit het gegeven Denken noodwendig de voorstelling Gods voortvloeide. Derhalve kan de voorstelling Gods in het Denken, of iets anders dat met noodwendigheid uit den aard op-zichzelf van een of ander attribuut Gods voortvloeit, geen beperkten duur hebben, maar moet het, krachtens dit attribuut zelf, eeuwig zijn.

Frits zegt: "Uhlefeldjes" ik weet niet, waarom? En vraag eens naar den prys van een stel billardballen! Ik heb niets tegen verzen op-zichzelf. Wil men de woorden in gelid 't zetten, goed! Maar zeg niets wat niet waar is. "De lucht is guur, en 't is vier uur." Dit laat ik gelden, als het werkelijk guur en vier uur is.

Wouter voelde zich allerkandidaatst. Hierop vertelde Willem hem iets over witte kleeren, uit z'n Antiquitates Romanae, dat hem niet het minste belang inboezemde op-zichzelf, maar alweer de oude snaar deed trillen van verdriet over z'n gebrek aan kennis.