United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


Laat een of ander man van een hoog ontwikkelde natie, vol van de hoog ontwikkelde werkzaamheden van zijn ras en de daarmede gepaard gaande zedelijke hoedanigheden, huwen met een zorgvuldig dom gehouden, onontwikkeld vrouwelijk wezen, dat liefderijk aan zijn zijde gekoesterd wordt, en men krijgt tot resultaat dat wij allen zoo goed kennen, de menschelijke geest in zijn bedroevende, goedgemeende pogingen, zijn blinde dwalingen, zijn stuipen van hartstocht, en tusschen al dit wankelen door, zijn schoonen en onophoudelijken drang tot een hooger leven.

Visschen, kippen, schapen- en geitenvleesch komen op hun spijslijst voor. Evenals bij de meeste oostersche volken is rijst hun hoofdvoedsel, dat ze op allerlei wijzen weten te bereiden. Ze hebben een geestelijkheid, die gedurende langen tijd vrij onontwikkeld was, maar er heeft zich een elite gevormd, die betrekkingen onderhoudt met europeesche geleerden en met hen samenwerkt.

De ziel nu is de kracht in den mensch die denkt en het goede onderscheidt van het kwaad en de ziel van zulk een wilde is slechts een embryo, nog volstrekt onontwikkeld. Wanneer hij sterft en uit het lichaam treedt, is hij in de wereld, volgende op de stoffelijke, in de astrale wereld, waar de dierlijke aard werkelijk thuis behoort. De dierlijke aard nu van den wilde is zeer sterk.

Deze geheimzinnige wezens, die hunne slachtoffers vele nachten achtereen vervolgen en plagen, noemen de Vuurlanders oualapatou: zij hebben, veel overeenkomst met de ook bij ons niet onbekende weerwolven. In ieder geval blijkt uit dit bijgeloof, dat ook bij deze wilden het besef van het bovennatuurlijke, hoe ruw en onontwikkeld ook, niet ontbreekt.

Toch mag men hieruit niet afleiden, dat het gezicht en het gehoor onontwikkeld zijn gebleven. Alle Walvischachtigen bewijzen, dat zij niet alleen zeer scherp, maar ook op grooten afstand zien kunnen en ook, dat zij geluiden van allerlei aard goed waarnemen. De reukzin is zeer weinig ontwikkeld.

Dat was iets, aan welks mogelijkheid De Ruiter niet kon denken! En dat ze nog wel 's moeite had met 'n Grieksch werkwoord! O, 't was goéd, dat ze hier was gekomen, in deze stad van wetenschap. Hier leerde je inzien, hoe onontwikkeld, hoe arm aan kennis je was; en hier kreeg je ook den prikkel om dat te veranderen, om je in de boeken te storten, de wijsheid tot je te trekken.

De bewoners van het eiland, die onontwikkeld waren, begingen nooit een dergelijke dwaasheid; maar toen zij zich gingen bezighouden met geschiedenisstudie, bemerkten zij tot hun groote verwondering, dat de inwoners van andere landen herhaaldelijk op zichzelf waardelooze dingen als geld hadden gebruikt; en vele jaren later kwam er zelfs uit de Vereenigde Staten een man naar het eiland gereisd, die een groot leeraar hoopte te worden, en deze probeerde de bevolking te overtuigen, dat het een groote vergissing was om als geld iets te gebruiken, dat eenige innerlijke waarde bezat als handelsartikel . De kinderen van de lagere school, die hij trachtte te overreden, brachten hem al heel gauw in verlegenheid, door hem uit hun geschiedenisboekjes voor te lezen, hoe alle volkeren, en vooral de arme en eenvoudige lieden onder hen, die slecht waren ingelicht, welke ooit geprobeerd hadden om hun ruilhandel te vergemakkelijken door een artikel zonder intrinsieke waarde als geld te gebruiken, bij al die gelegenheden zonder uitzondering steeds in die mate opgelicht en bestolen waren geworden, dat zij vroeger of later altijd gedwongen waren geweest om het gebruik van dat geld op te heffen, uitsluitend als een maatregel van zelfbescherming, en om iets anders daarvoor in de plaats te stellen, dat een algemeen erkende en naar verhouding duurzame innerlijke waarde of koopkracht bezat als handelsartikel.

Een sterrenkundige, een geoloog, een natuuronderzoeker, die al de geheimen zijner geliefkoosde wetenschap heeft leeren ontsluieren, kan daarom toch wel, niettegenstaande zijne groote geleerdheid, een onontwikkeld verstand hebben, en niet hebben leeren denken.

Waar hij beschrijft, ook naar het uiterlijk, toont VELDEKE menigmaal wel talent, maar een onontwikkeld talent, terwijl zijn smaak en zijne kunstvaardigheid nog gering blijken. Zoo b.v. waar hij ons de Sibylle beschrijft, die ENEAS "toe Icônjen in her hûs" bezocht.

In dien tijd leefde ook het hipparion, waarschijnlijk de stamvader van het paard, dat van het hipparion hierin verschilt, dat de emailplooien der kiezen anders gevormd waren, terwijl het hipparion niet aan iederen poot éénen hoef had, maar er drie bezat, waarvan twee onontwikkeld waren. De verandering der vijf toonen in éénen enkelen was nog niet volkomen.