United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zie daarbij nu weer eens nummer een van rechts af, hoe die de onderlip achteruittrekt en de bovenlip iets vooruitsteekt. Deze deelen van het gelaat dragen wezenlijk veel meer de uiting van karakter en leven, dan de vleeschpartijen, die Rembrandt in vroeger jaren op den voorgrond bracht. Hij is dus sedert het Korporaalschap, ofschoon dit een meesterstuk was, steeds hooger gestegen.

Het spreekt nog meer van Rembrandts grootheid dan wat voorafgegaan is, meer dan het Korporaalschap of eenig ander kunstwerk. We beginnen niet, met naar zeldzame eigenschappen te zoeken. Juist in de afwezigheid hiervan schuilt eene verdienste. Het verschil in kleeding en kapsel duidt wel een verschillend tijdperk aan.

We mogen van het Korporaalschap niet afstappen zonder het naast de Anatomische les te hebben gelegd. Beide schilderijen zijn portretstukken, waarop eene groep van meerdere personen is voorgesteld. Op beide heeft de schilder getracht, om het stijve van een troepje menschen, dat bij elkaar staat of zit, te vermijden.

Het interieur is echter maar achtergrond en bijzaak; de figuren zijn hoofdzaak. We tellen er zes, den bediende meegerekend. Na hetgeen we opmerkten bij de vergelijking van Anatomische les en Korporaalschap, zal het al dadelijk de aandacht trekken, dat Rembrandt afgezien heeft van middelen om te groepeeren, zooals hij in 1642 nog noodig vond.

In zooverre is het gepast, het korporaalschap van Frans Banning Kok Rembrandt's Nachtwacht te noemen. Maar overigens lijdt het geen twijfel, of de hoofdpersonen zijn in het volle daglicht geplaatst. Na deze uitvoerige bespreking van een paar hoofdpunten, kunnen we slechts kort nog bij eenige ondergeschikte zaken stilstaan.

Hij tastte zijn model eerst in het hart aan en gaf uitdrukking aan het persoonlijk karakter; maar dan had hij ook aandacht voor de bijzaken en schepte er behagen in, eenen kraag in de plooi of een weduwenkapje in de stijfsel te zetten. Weinige van Rembrandts werken hebben onder het groote publiek zoo'n bekendheid gekregen, als het Korporaalschap van Frans Banning Kok.

En Rembrandt is het eveneens gegaan! Zijn gansche leven is geweest: grooter en grooter worden. We zagen het bij de twee Opwekkingen, we zagen het bij de Anatomische les en het Korporaalschap, we ontdekken het nogmaals bij de Staalmeesters, twintig jaren later gemaakt, in den levensavond van den kunstenaar. Hij begint groot in 1632.

Hij noodigde voortaan andere schilders uit, als hij zijn eigen beeltenis, die van zijn vrouw of die van zijn korporaalschap wenschte te hebben. We weten, dat een zekere Ludens er in 1660 een van hem gemaakt heeft, maar het nageslacht stelde weinig prijs op het stuk; in 1712 is het nog eens voor f263 verhandeld; daarna ging het waarschijnlijk verloren.

Een oogenblik later stoof hij de trap af, naar de binnenkamer; grooter schrik nog, dan de aanval verwekt had, joeg hij zijne vrouw aan, toen hij het boven de schouw hangende geladen roer afnam. Hij had besloten zich te verdedigen; de luiken waren stevig, de deur was goed voorzien van klink en ketting, en hij kon het uithouden tot wellicht de schout of een korporaalschap der bezetting zou opdagen.

Voegde hij de leden van het Korporaalschap nog zóó samen, dat de schilderij er uitzag, alsof ze eene beroemde gebeurtenis voorstelde, de Staalmeesters kruipen maar heel gewoon bij elkaar, zooals ze dagelijks in hun beroep bij elkaar zitten. Het stuk stelt niets voor. Het is een portretstuk, zonder meer.