United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kortjanse is: de zoon van Kort-Jan, van Koenraad-Johannes. Want Kort, met Koort, Koord, Koert, Koen, zijn nederlandsche volkseigene verkortingen van den vollen oud-germaanschen mansvóórnaam Koenraad. Behalven Koenraads en Conradi zijn nog zeer vele andere nederlandsche geslachtsnamen van dezen mansnaam afgeleid. Zie bl. 106.

Vijf minuten voor half negen, stootte de Nautilus ten tweeden male, doch ditmaal van achteren. Ik verbleekte; mijn makkers kwamen dichter bij mij; ik greep Koenraads hand; wij ondervroegen elkander met de oogen, en dat op welsprekender wijze dan wij het met woorden hadden kunnen doen. Op dat oogenblik kwam de kapitein in den salon, en ik trad op hem toe.

Als ik die zaak weder aanroerde, zou het dan geen achterdocht bij hem opwekken, die onze plannen kon benadeelen, als zich daartoe later eenige gunstige omstandigheid voordeed! Ik overdacht en overwoog al die redenen, en ik onderwiep ze aan Koenraads oordeel, die niet minder verlegen stond dan ik.

Toen Willem omtrent zes uren in den morgen de oogen heeft geopend, toen lag hij op de canapé, met een kussen onder 't hoofd en een deken over zich heen gespreid. Ha! Koen had best gezorgd; maar op z'n eigen kast, in z'n eigen bed, daar zou 't nog beter zijn. Weinige minuten later is Koenraads huisploert wakker geschrikt van het toetrekken der huisdeur.

Dit bemerkende, hield Joan stil en riep den snoeper toe: "zoo Koen! als moeder op het mat komt, zal je er slecht afkomen." "Dat heb ik ook al gezeid," zeide Koenraads broeder Hendrik, die in een hoek des tuins zat te lezen, "maar hij wil het maar niet laten." "Wel dan moet jij het hem beletten," hernam Joan. "Jawél! om slaag te krijgen! hij is grooter en sterker dan ik."

Koen en ik waren dus verrukt op het gezicht van onzen schat, en ik vatte het plan reeds op om er ons Museum mede te verrijken, toen een noodlottige steen, door een inboorling geworpen, het kostbare voorwerp in Koenraads hand in stukken sloeg. Ik stiet een wanhopigen kreet uit! Koenraad greep mijn geweer en mikte op den wilde, die zijn slinger op tien meter van ons af nog in de hand had.

Wij hielden ons een oogenblik stil en luisterden. Was het misschien het suizen in mijn oor, veroorzaakt door het bloed dat mij naar het hoofd joeg, of hoorde ik inderdaad een kreet, die op Koenraads geroep antwoord gaf? "Hebt gij het gehoord?" stamelde ik. "Ja, ja!" en Koenraad riep nogmaals op wanhopigen toon.

Destijds leefden als bannelingen op het door water omringde kasteel paltsgraaf Koenraads eigen vrouw en wettig kind, zijn aanvallig dochtertje Agnes. En dit was aldus gekomen. De hemel had den paltsgraaf geen zoon geschonken, en dus moest de dochter erfgenaam der goederen worden.