United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij dalen weer draaiend: "Over de tweehonderd treden," zegt de kleine Chalil: "ik ga te paard. De geheele familie zal gekomen zijn." Wij rijden terug, in het mooie wagentje, dat nummer 18 heeft. Want Saïd Effendi wil niet, dat het mooie Arabisch-Circassische jongetje thuis is, wanneer hij weer naar Hebron gaat voor langen tijd. Het jongetje en zijn tante gaan dus mee naar Jeruzalem.

Deze verlichtte weldra den zandigen zeeoever, de heuvelen, de woestijn, en in verder verschiet, de bergen van Judea met hun grillige grijze glooiingen. Engaddi trok door het midden zijn zware zwarte lijn; Hebron in de diepte rondde zich koepelvormig, Esquol droeg granaatboomen, Sorek wijnstokken, Karmel sesamkruid, en het reusachtig blok van den toren Antonia bestreek Jeruzalem.

Zij werd op vele plaatsen vereerd, meestal in vereeniging met Hera of Heracles; soms wordt zij Ganymeda of Dia genoemd. Hebraei = Iudaei. Hebron, Hebron, oude stad in Palaestina, ongeveer ten Z. van Jerusalem. Hebrus, Hebros, thans Maritza, voorname rivier van Thracia, met breede zijstroomen en een uitgebreid stroomgebied. Aan den Hebrus werd Orpheus door de thracische Bacchanten vermoord.

Hij is nu teruggekomen naar dezen kant van den Jordaan. Want de familiebezittingen liggen daar, tusschen het dorp Tur op den Olijfberg en Jericho. Wij zijn goede vrinden geworden rondom de petroleumblikken gloeiende houtskolen in het onvolprezen hotel: "De eik van Abraham" te Hebron. En vele kopjes koffie. Hij is een zwaarmoedige, maar toch sterke kerel, Saïd.

Mijn vriend Saïd Effendi is de Arabische adviseur van den gouverneur van Hebron. Vroeger is hij officier geweest in dienst van den Emir Feisul te Amman aan den overkant van den Jordaan. Dat is het oude Rabbat Ammon, de hoofdstad van de Ammonieten. Verwoest en later herbouwd heette het Philadelphia, een van de Decapolissteden. Ik hoop er nog wel eens heen te gaan met Saïd Effendi samen.

Zooals wij die te Hebron hebben gekend. Er is in een korten tijd een geweldige hoeveelheid regen gevallen. Men zegt drie kwart van den gemiddelden jaarlijkschen regenval. Ik ben bevriend met een regenbak, waarin binnen een week of drie, een meter of drie water is komen te staan. Als nu de late regen ook maar komt, zoo tegen Maart, April, dan krijgen we hier een goed gewassenjaar.

De jongste broeder van zijne moeder is voor eenige dagen doodgeschoten in een twist aan de overzijde van den Jordaan. In het gebied van den Emir Feisul. Toen Saïd uit Hebron thuis is gekomen, heeft hij het gehoord. Gisteren is het lijk overgebracht. En vandaag is er een familievergadering in een dorp dichtbij, wat te doen. Want men kan dezen moord niet zoo maar ongewroken laten.

Hij vraagt het mij dringend: "Zal ik hem in alle vriendschap vergeven, wanneer hij nu naar den familieraad rijdt? Zal ik niet boos zijn? Hij moet. Het is de laatste dag van zijn verlof. En hij moet weer te paard naar Hebron." Hij rijdt weg. In een duistere woede. Op wien is hij woedend? Op den oom, of op den moordenaar?

"Maar uw grootvader veegde den tempel van Ascalon! De anderen waren herders, roovers, karavaanleiders, een zwervende stam, schatplichtig aan Judea sinds koning David! Al mijn voorvaders hebben de uwe verslagen. De eerste der Makkabieten heeft u verjaagd van Hebron, Hyrcan dwong u tot de besnijdenis!"