United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan heure goudlinnen gordelbanden, gestikt met rood satijn, hingen de goudlakensche scheeden heurer dolkmessen. En heure schoenen, kousen en hozen, heure wambuizen en rijgsnoeren waren van witte zijde en klatermeerse.

Terwijl zij met elkander vochten, de een om de tassche te houden, de andere om ze terug te nemen, sprak Lamme stille tot Uilenspiegel: Luister: serjanten in huis ... ze zijn gevieren ... in een kleine kamer met drie meidekens.... Twee buiten voor u, voor mij.... Heb willen weggaan ... ben belet geworden.... De deerne met heur goudlinnen kleed is eene verklikster ... Stevenijne, ook verklikster!

Alles zij mijn! Alles, sprak zij. En zij bracht hem bij Stevenijne, op den Brugschen steenweg, in den Regenboog. Uilenspiegel zag daar een groot getal meidekens, die aan den arm schijfjes droegen van een andere kleur dan die van heur bombazijnen kleed. De gezellinne van Uilenspiegel had een zilverlakensch schijfje op een goudlinnen kleed. En al de meidekens bezagen heur met afgunst.

En, naarmate Uilenspiegel met geweld Stevenijne keersen deed eten, sprak hij: Deze is voor de pijne der galge; deze voor de kortooring; nog eene voor de brandmerking; deze hier voor de tongboring; kom, hier nog twee dikke vette voor de galeien des konings en voor de vierendeeling; deze is voor uwe spelonk van spionnen; deze is voor uwe deerne met heur goudlinnen kleed; en al deze hier voor mijn eigen rekening.

En, inderdaad, Stevenijne lachte, doch knipoogde intusschen tot Gilline, de deerne met heur goudlinnen kleed. De baas dronk, betaalde en vertrok. De zeven beenhouwers deden teeken van verstandhouding tot de serjanten en tot Stevenijne. Een van de zeven maakte een gebaar om te bedieden, dat hij Uilenspiegel voor een onnoozele hield en dat hij hem leelijk ging beethebben.

Gij waart hard jegens ons, nu is men het ook jegens U. Gezegend zij onze heer, gezegend zij Uilenspiegel! En de drie deernen wendden zich tot Gilline: Gij waart heure dochter, heure broodwinster, zeiden zij, met heur deeldet gij de vruchten van uw eerloos spionbedrijf. Zoudt gij ons nog durven slaan en beleedigen, met uwe goudlinnen kleeren?

En Stevenijne lachte van plezier en stak ook heure tong uit naar Uilenspiegel, toen deze met zijnen rug naar heur was gekeerd. En Gilline, de deerne met heur goudlinnen kleed, stak insgelijks heure tong uit naar Uilenspiegel.