United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mathilde besproeide hem met blinkende verbaasd-bedeesde blikken, zwarte vonken uit het midden van haar gloeyende oogenwit, blinkend in de blondwiegelende schaduw van de hut. Mathilde bevoelde haar zakdoek, beide handen tegen zich aan. De hut was plotseling geheel vol met Ster; zij zag zich zelve niet meer. Gaat u zitte ... Komt u óok Hilversum us bezoeke?

Zij wandelde zachtjes heen en weêr, haar hoofd gebogen onder den nachtwind, haar gloeyende oogen over het zwarte pad. Waarom zij tot nu toe niet had gesproken, wist zij niet. Zij had niet gedurfd, zij had niet gekund. Hij zoû geandwoord hebben, dat hij daar niets van wist, dat hij van haar hield, zoo als vroeger.

Alle heesters krioelden hun groene zenuwnetten in dikke dof-verstijfde groenvlammen tusschen de boomen door, schuin tegen elkaâr in stijgend, op-schreeuwend tegen den blauwen middag, maar hoog van de boomentoppen wemelde in hitte-zilveringen, een kokende goud-geel-waseming tot de gloeyende blauwbekapping, waarin de laatste wolkendradingen wechsluyerden En over de buigende boomen gleden en beefden de goudblauwingen tot Mathilde.

De dag stolte zich om haar leden heen als een gloeyende alles bedekkende tooi. Zij ging in een kleed van zomerkleuren. Van haar schouders tot haar voeten was het goud en groen en purper, en om haar hoofd hing een glinsterend witte sluyer en om haar voeten lag sneeuwige satijn. Maar het kleed werd benauwend, het wrong zich aan haar op, het huiverde haar huid binnen.

Dien avond zat Mathilde weêr te droomen achter het ouderwetsche theeblad, terwijl het zaaltje zich in duisternis dompelde en Jozef op de kanapee een cigaar rookte, Maar nu en dan, terwijl zij zich onbewegelijk hield, richtte Mathilde de oogen naar den kant, waar hij zat, naar de gloeyende punt van de cigaar. Zij scheen dan over iets na te denken, dat buiten haar droefheid was.

Mathilde waakte even op uit haar mijmeren, met luisterende oogen. Een beetje bedremmeld en aarzel-lachend keek zij in de rondte. De stappen van Jans stierven uit op de verdieping daarboven. Mathilde hoorde, als heel uit de verte, Jans haar kamertje dichtdoen en het knipje voor de deur schuiven. Daarna was alles stil in huis. Mathilde pakte haar gloeyende wangen tusschen de handen.

En huiverend proefde zij de duisternis, terwijl angstvlagen haar keel als met gloeyende koperen punten prikten, zich rillend samenpersend in haar hersenen, haar wil verlammend. En zij bleef alleen, schoorvoetend op en neêrgaande in de donkerte. De donkerte hing in rechte strooken van de zoldering, bolderde tot zwarte rollen, die tegen elkaar botsten en in elkaâr overrolden.

Het bloedrood steeg door het karmozijnrood, het rood van gloeyende kolen, het aardbeziën-rood, het perziken-rood, tot een verteedering van roze, vol liefelijke kwijnende lachjes, vol kusjes en kleine zoete vluchtige mijmeringen. Maar het roze wemelde stilletjes wech, het was een zachte afscheidsgroet, de blik van heengaande oogen, het laatste wuiven van een zakdoek bij het keeren van den weg.