United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !
Nevens hem reed een Cistenser monnik, welken laatsten Arkel, zoo 't heette, uit overmaat van voorzorg, hun tot gids en gezelschap had medegegeven.
"Zijt gij waarlijk Feiko?" zeide de vreemdeling, terwijl hij meteen een kus drukte op de blozende wangen van het kind: "nu, wees dan zonder zorg; en wees verzekerd, dat ik zoo goed rijde als de Cistenser monnik, die eens in uw gezelschap Utrecht verliet." "Wat duivel!" zeide Feiko, den ruiter stijf aanziende: "een Cistenser monnik!.... ja waarlijk!.... zoo mijn oude oogen mij niet bedriegen....?"
"Nu!" riep hij: "bij Sint-Julfus: zoo die Cistenser broeder al de deugden, die hij betrachten moet, zoogoed waarneemt als die der stilzwijgendheid, is er in het Paradijs geen stoel te goed voor hem; want de vent spreekt evenmin of hij doof en stom ware en laat zoo weinig van zijn bakkes zien als een beurzensnijder, die met een diefleider hetzelfde veer moet oversteken."
Wel zonden hem de boogschutters eenige pijlen achterna; maar de tooverkast, die den nar op den rug danste, verstrekte hem tot een schild: en in weinige oogenblikken was hij uit het gezicht. Wat Madzy betrof, op hetzelfde tijdstip, waarin de kloeke daad van Feiko de aandacht der bende op hem had gevestigd, was de cistenser monnik haar op zijde gekomen.
Woord Van De Dag