United States or Saint Helena, Ascension, and Tristan da Cunha ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik denk aan de wereld van vroeger, Bij het glijden van boot aan boot, Aan den visschersknaap Urashima, Die zoo van het visschen genoot." Naar B.H. Chamberlain. "De legende van Urashima," zoo schrijft Chamberlain in zijn Japansche poëzie, "is één van de oudste Japansche legenden, en sporen daarvan worden zelfs in de officieele gedenkboeken gevonden."

Hij strompelde vooruit, terwijl zijn witte haren en baard in den wind fladderden. Hij keek uit naar de zee, en viel toen dood op het strand. Chamberlain schrijft: "Het graf van Urashima, met zijn hengel, de doos, hem door het meisje geschonken, en twee steenen, die groote waarde moeten bezitten, worden nog altijd in één der tempels te Kanagawa vertoond." Het Land van de Ochtendkalmte.

Lang nadat er vaste tooneelgezelschappen ontstaan waren, nog geruimen tijd na Shakespeare, bleven de spelers er een eer in stellen, zich dienaars van dezen of genen grooten heer te mogen noemen; trouwens zij konden de bescherming, die deze naam verleende, niet missen, vooral niet, toen langzamerhand de Puriteinen machtiger werden en voortdurend het tooneelspel trachtten te onderdrukken. Zoo noemde zich het gezelschap, waartoe Shakespeare behoorde, dienaars van den lord kamerheer Harer Majesteit, Servants of her Majesty's Chamberlain; later mocht het zich zelfs naar des konings naam noemen. Zulke troepen speelden dan in zalen, die hun ter vertooning werden afgestaan of op de pleinen van herbergen. Men vergelijke boven blz. 11, waar verscheiden gezelschappen worden opgenoemd. Reeds Richard, hertog van Gloster, later koning Richard

Plotseling spleet de Steen des Doods uiteen en verscheen de geest weder onder den uitroep: "In steenen zijn geesten, Een stem klinkt in 't water; De winden, zij loeien door 't hemelgewelf!" Naar B.H. Chamberlain. Genno zag een bleeken lichtglans in zijn nabijheid, en in dat licht ontdekte hij een vos, die plotseling in een schoone maagd veranderde.

Daniel H. Chamberlain, de gouverneur, is uit Nieuw-Engeland geboortig, en te Charleston gekomen, zoo als William P. Kellogg te Nieuw-Orleans kwam: met een reiszak, aangename manieren en een gladde tong.

Het blijkt dat de theeceremonies in den loop der tijden haar godsdienstige beteekenis verloren. "De Daimio's", zoo schrijft Chamberlain, "die daaraan deelnamen lagen op rustbanken, bedekt met tijgervellen en vellen van luipaarden.

"Die pijlkoker hangt op den rug van den held; En een sneeuwwitte houten boog Rust in beider krachtige, stevige hand; Zoo hielden ze elkander vijandig in 't oog." Naar B.H. Chamberlain. Intusschen werd het Meisje van Unai droevig van gemoed.

Twee jaar geleden, weigerde gouverneur Chamberlain tusschenbeiden te komen. Met zijn zoetsappigsten glimlach vertelde hij aan dengeen, die zijne bescherming inriep, dat men veel beweging maakte over niets; zijn secretaris, openhartiger van aard, kwam er rond voor uit, dat de oude tyrannen hun verdiende loon ontvingen.

Toen het Meisje van Unai zag, hoe hopeloos de zaak stond, riep zij uit: "Het is genoeg! De golf, die ik ginds zie naken, Zal aan mijn zielestrijd een droevig einde maken: Wel noemt men Settsu's stroom den stroom van 't leven, Maar mij zal die rivier een laatste rustplaats geven." Naar B.H. Chamberlain.

De afdruk van de hand van een kind, die, zooals Chamberlain schrijft, verkregen wordt door de hand eerst met inkt te bevochtigen en haar daarna op een vel papier te drukken, weert, zooals gezegd wordt, kwade invloeden af.