United States or India ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook Aucassin is de beminnelikheid zelf; door zijn zachtmoedigheid en hoofsheid ontwapent de jonge edelknaap volkomen de lompe kolenbranders en herders die hem onbeschoft aan hebben gesproken.

Duidelijker nog zal deze strijd tusschen vroomheid en hartstocht worden voor wie in de allerbevalligste Fransche novelle Aucassin et Nicolette eene dergelijke uiting, hier van een minnaar, vergelijkt met die van BEATRIJS en ziet hoe teugelloos de hartstocht daar voortschiet . Met naïef-teedere intuïtie heeft de dichter ons het gevoel van beklemdheid getoond, dat BEATRIJS bevangt onder het rijden, als de dag gaat doorbreken en hare gedachten terugvliegen naar het klooster, waar zij anders "priemtijt" zou hebben geluid.

Een heel bizondere bewerking heeft de sage ondergaan in de kleine »chante-fable" van »Aucassin en Nicolette". In dit liefelike gedicht zijn de verzen met uitzondering van de meest lyriese passages in proza overgebracht, iets wat verder in 't Oud-Frans niet voor schijnt te komen, hoewel dat natuurlik bij de voordracht der berijmde romans door de trouvères feitelik meer dan eens plaats gegrepen zal hebben, en door zoo van de banden van 't vers vrijgemaakt te zijn, is de vertelling tot een kompleet sprookje geworden, alle waarschijnlikheid over boord gooiende en op de alleraardigste manier een romantiese droom mengelend met de nuchtere werkelikheid des levens, een dwepen zo erg, dat de boog wel eens al te zeer gespannen blijkt en barst met de meest naïeve natuurlikheid, de zoetste zwaarmoedigheid met schelmse en ondeugende vrolikheid.

De graaf laat het meisje in een toren opsluiten om haar later geheel te doen verdwijnen, en zijn zoon die zich van zijn passie niet wil laten genezen, werpt hij in de gevangenis; maar Nicolette weet door middel van haar beddelakens uit haar toren te ontvluchten, sluipt naar de gevangenis van Aucassin toe, waar zij door een spleet in de muur haar vriend te spreken krijgt, totdat de torenwachter die hen vol sympathie heeft gadegeslagen, haar waarschuwt dat de nachtwachter uit de stad op zijn ronde nadert.

Dit kinderlike en populaire volkssprookje zal eigelik wel niet voor de hogere kringen van de ridderromantiek bestemd zijn geweest; maar de fijne tederheid, de heidense sensualiteit, de schone mensenliefde, welke die gehele klasse van de Grieks-getinte romans kenmerken, die wij hier onderzoeken, laat zich nergens liefeliker kennen dan in »Aucassin en Nicolette" waarbij dan nog een bijna ziekelike innigheid komt, een overspannen dweperij, die echt Middeleeuws-romanties is.

Nicolette moet over de muur en de gracht naar 't bos vluchten en zendt een groet aan Aucassin, die als hij ook uit de gevangenis ontsnapt is, daar ook heen snelt, en nu leven ze een romantiese natuuridylle in 't bos.