United States or Solomon Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De meeste Beren zijn nachtdieren of halve nachtdieren, gaan na zonsondergang op roof uit en brengen den geheelen dag slapend door in hunne schuilplaatsen. Meer dan alle overige Roofdieren zijn de Beren, naar het schijnt, alleseters in den volsten zin van het woord; zij kunnen zich geruimen tijd achtereen uitsluitend met plantaardige stoffen voeden.

Naar het verschil in voedingswijze onderscheidt men "alleseters" en "vleescheters"; deze namen zijn echter niet volkomen steekhoudend; want de alleseters geven evenzeer de voorkeur aan een flink stuk vleesch als de grootste en wildste Roofdieren.

Hier te lande worden in den herfst bosch, veld en weide ontvolkt; want betrekkelijk gering is het aantal der in ons vaderland thuis behoorende soorten der orde, welke instaat zijn om hier den winter door te komen; niet alleen de meeste insectenroovers, maar ook vele zaadeters verhuizen naar het zuiden, ja zelfs verscheidene alleseters geven gevolg aan deze aandrift.

Zij zijn alleseters in den eigenlijken zin van 't woord en dus in sommige gevallen even schadelijk, als over 't geheel genomen nuttig.

De Honden, die eigenlijk echte "vleescheters" zijn, breiden hun jacht nog verder uit dan de Katten; onder de Civetkatten en Marters vinden wij reeds eenige soorten, die zich uitsluitend voeden met Visschen en Amphibiën; de Beren eindelijk zijn echte "alleseters"; zij eten werkelijk met evenveel smaak plantaardig als dierlijk voedsel.

De meeste Neushoornvogels vallen, wanneer de gelegenheid zich voordoet, kleine Gewervelde Dieren en Insecten, vooral kleine Vogels aan, plunderen waarschijnlijk dikwijls nesten en voeden zich zelfs met aas; alle zonder uitzondering eten velerlei soorten van bessen en andere vruchten, ook zaden. Eenige zijn alleseters in de uitgestrektste beteekenis van het woord.

Vele "Stappers, Loopers, Alleseters" en hoe Oken de leden van een zijner "trappen" al niet meer genoemd heeft, zijn Nestblijvers en geen Nestvlieders; wij zouden dus nauw verwante vormen van elkander moeten scheiden, als wij het denkbeeld van Oken letterlijk wilden toepassen.

Gene maken gebruik van één bepaalde soort van voedsel, leven van zaden en vruchten, die zij van den stengel afplukken, of van dieren, die zich snel bewegen; deze voeden zich met al wat zij krijgen kunnen, met afgevallen zaden en vruchten en meestal met dieren, die langzaam kruipen, zooals Slakken en Wormen, of met Visschen, Amphibiën, Vogels en Zoogdieren, die traag van beweging zijn, met gekookt vleesch en groenten; men zou ze "Eén-soort-voedsel-eters" en "Alleseters" kunnen noemen.

Over 't algemeen schijnen zij veel overeenkomst te hebben met Kraaien; misschien zijn zij echter in de vrije natuur alleseters, althans voor zoover het voedsel geldt, dat week genoeg is om door hun zwakken snavel verwerkt te worden. Zij zijn nieuwsgierig als de Kraaien, vervolgen de Roofvogels gemeenschappelijk en verzamelen zich in grooten getale om den vijand te plagen.

De Zwijnen zijn alleseters in de ruimste beteekenis van het woord. Alle eetbare voorwerpen, die zij vinden, zijn van hun gading.