United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


46 leekten hunne oogen, die eerst slechts van binnen nat waren, over hunne lippen, en de vorst versteef de tranen in de oogen en sloot die: 49 Nooit sloot klamp hout aan hout zoo stevig; waardoor zij, als twee bokken, tegen elkander botsten; zoo groote toorn verwon hen.

Zoo warm was het nevens heur bloeiende lijf ... De hevige wind deed zijn losgeknoopte jas opflapperen, versteef zijn nat-koude been.

Wat duurde het lang. Plotseling hield haar denken op. Er gebeurde iets. Er was als een zwarte dunne lange lijn in den hoogen wind boven haar geweest, die achter haar om was geslagen in den hoek van haar oog. Er was een snelle beweging van vormlooze verschrikking door de nacht-ruimte. Een laatste steenen koude versteef Mathildes wezen, een doodslag, die in de stilte op haar liefde viel.

Hoe zij dik van 't sap waren, hoe het in hun hout gevangen zat, worstelde, spartelde om vrij te zijn, van geweld de takken opduwde, ze deed schieten en klimmen, draaien en buigen, wringen en kronkelen van drift, en daar waar het dan eindelijk de schors scheurde en zon zag, versteef het tot een blad, tot een bloem, tot een vrucht. De boomen zijn de handen van de aarde.

Het had geen kracht tot spreken, En zonk alreeds van uit de hoogte daar 't in dreef, Als drupplen die de wind tot kooglen ijs versteef, En thands, onvatbaar om hun vocht meer uit te zetten, Ter neder storten en den groenen halm verpletten. Een zucht herstelt hen, en een uitroep: "Groote God!