United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zy onderrigtte my, dat Mevrouw D. B. in stilte aan boord van de Boreas ontsnapt was; dat de jonge slavin tans by eene Tante was, alwaar zy wagtte, om wel dra naar Fauconberg gezonden te worden; en dat zy aldaar zoude zyn zonder hulp, overgegeven aan het goeddunken van eenigen Opzigter zonder grondbeginzelen, benoemd door de schuldëisschers, die zig van de Plantagie hadden meester gemaakt, tot dat dezelve, als mede de slaaven, ten hunnen voordeele zouden verkogt zyn.

De Plantagie Fauconberg, waar toe zy behoorde, wierd ten voordeele der schuldeisschers van Mevrouw D. B. verkogt, die, zoo als ik reeds gezegt heb, de vlucht genomen had. Ik gevoelde toen de ysselykste folteringen. Ik vervloekte duizende maalen mynen staat, welke my niet toeliet, om zelf eigenaar van dit beminnelyk meisjen te worden.

"De heer D. B. intusschen ontfing wel dra de belooning van dit gedrag. Door zyne onrechtvaardigheid en gestrengheid, deed hy zyne beste Negers, die timmerlieden waaren, in de bosschen wegvlugten, en wierd daar door bedorven. Genoodzaakt zynde de Volkplanting te verlaaten, liet hy alle zyne goederen ter beschikking zyner schuldëisschers.

De Plantagie Fauconberg, waar toe zy behoorde, wierd ten voordeele der schuldeisschers van Mevrouw D. B. verkogt, die, zoo als ik reeds gezegt heb, de vlucht genomen had. Ik gevoelde toen de ysselykste folteringen. Ik vervloekte duizende maalen mynen staat, welke my niet toeliet, om zelf eigenaar van dit beminnelyk meisjen te worden.

Zy onderrigtte my, dat Mevrouw D. B. in stilte aan boord van de Boreas ontsnapt was; dat de jonge slavin tans by eene Tante was, alwaar zy wagtte, om wel dra naar Fauconberg gezonden te worden; en dat zy aldaar zoude zyn zonder hulp, overgegeven aan het goeddunken van eenigen Opzigter zonder grondbeginzelen, benoemd door de schuldëisschers, die zig van de Plantagie hadden meester gemaakt, tot dat dezelve, als mede de slaaven, ten hunnen voordeele zouden verkogt zyn.

"De heer D. B. intusschen ontfing wel dra de belooning van dit gedrag. Door zyne onrechtvaardigheid en gestrengheid, deed hy zyne beste Negers, die timmerlieden waaren, in de bosschen wegvlugten, en wierd daar door bedorven. Genoodzaakt zynde de Volkplanting te verlaaten, liet hy alle zyne goederen ter beschikking zyner schuldëisschers.