United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Thåt erv mêi en rond-dêl wêsa sa grât thåt hi fon alle sidum sjvgun hvndred trêdun ut of sine hus mêi hlapa, êr hi an sina rêna kvmth. Sin jongste svn mêi thåt god erva, åfte tham thamis jongste, thån skil mån that wither nimma.

Pickel = ijsbijl of ijshouweel. Rucksack = rugzak. Ski = sneeuwschaats. Kletteren = klauteren. Grat = kam. Spalte = kloof, spleet. Sérac = ijsnaald of ijstoren. Wächte = overhangende sneeuw. Neuschnee = versche sneeuw. Aper = sneeuwvrij of blank. Kamin = schoorsteen. Exponiert = blootgesteld. Geröll = rotspuin. Gendarm = rotstoren. Rutschen = glijden.

Naast de volks-poëzie en de salon-poëzie die allen kunnen verstaan en bijna een elk kan maken, komt de troubadourkunst te staan als iets dat slechts de uitverkorenen kunnen hanteren en dat zich slechts tot een zeer enge kring van kenners richt, dat slechts wil »grat de las melhors" en zich absoluut niet bekommert om bijval van de »desconnoissedors". Maar die kunst is in voortdurende ontwikkeling en het komt er voor elke dichter op aan tot haar vervolmaking het zijne bij te dragen. »Trobar" is uitvinden en in tegenstelling met de »jongleurs" die overal de gedichten van anderen komen voordragen, of die, waar zij zelf dichten, dit anoniem en onpersoonlik doen, geheel in de oude sporen, laat de troubadour er zich op voorstaan zelfstandig op te treden en trots tekent hij zijn gedichten met zijn naam.