Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 mei 2025
Condensor en luchtpomp zijn te zamen in eenen bak bevat en met koud water omgeven, welk koude water tot voeding van injectie voor den condensor dient.
Daar er onderscheidene inrigtingen bestaan, waardoor de regelmatige toelating van den stoom boven en onder den zuiger, en derzelver afvloeijing naar den condensor, wordt bewerkt, zoo bevatten de beide volgende figuren slechts algemeene schetsen daarvan, slechts geschikt voor de hier bedoelde betrekkelijke verklaring.
Stoomwerktuigen, welke op derzelver zuiger eenen meerderen druk dan den gewonen stoom van lagen druk ontvangen, zijn niet altijd met eenen condensor en ledigende luchtpomp voorzien; de zoogenaamde van middelbare drukking, zijnde de zoodanigen die volgens § 18, tot eene uiterste stoomspanning van 3-1/2 atmospheer boven den gemiddelden dampkringsdruk werken, missen veelal condensor en luchtpomp.
Om den tegenstand, welke binnen den condensor voor den stoomzuiger bestaat, te kennen, zijn de condensors veelal met eenen daarvoor geschikten meter voorzien, die manometer en ook barometer geheeten wordt, en waarop dien tegenstand dadelijk kan afgelezen worden; met eenen gewonen thermometer kan men ook de warmte, welke binnen den condensor heerscht, waarnemen, en daaruit den hier bedoelden tegenstand herkennen, de onderstaande tafel daarbij raadplegende.
Voor stoomwerktuigen van lage drukking laat men, gelijk gezegd is, de stoom in vele gevallen tot omstreeks drie vierde van den zuigerslag in den cilinder vloeijen; in § 47 is gezegd, dat men in die werktuigen gewoonlijk met stoom werkt, die op 129 Ned. looden per vierkanten Ned. duim gespannen is, en dat die spanning vermindert tot op 120 looden van wege den tegendruk, welke in den condensor heerscht.
Bij de op het land geplaatste machinen is in vele gevallen de watervoorraad, waarvan men dat voor de injectie moet trekken, verder verwijderd, en kan dus zoo dadelijk niet in den condensor stroomen, of daarin als het ware opgezogen worden; waarom men dan eene koud waterpomp noodig heeft, welke het vereischte injectiewater bij de injectiekraan voert.
Er is derhalve een middel noodig geweest, om dat voortgebragte water en die lucht uit den condensor te trekken, en hiertoe moet de zoo even gemelde luchtpomp dienen.
Alle stoomwerktuigen van lagen druk houden eenen condensor met luchtpomp; in den condensor vloeit uit den cilinder de stoom, welke den zuiger dalende of rijzende bewogen heeft, en komt daar in aanraking met eenen stroom koud water, welke eene kraan, injectiekraan geheeten, verschaft; door de aanraking met dat koude water verdikt zich de stoom, en gaat des te meer tot water over, naar gelang dat water kouder is; hoe meer stoom op die wijze vernietigd wordt, des te ijler, of minder tegenstand biedende, de overgeblevene stoom zal zijn ten nutte van het vermogen der machine; de hoeveelheid van dit koel- of injectiewater wordt met behulp van gezegde kraan, door den bestuurder der machine ten beste geregeld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek