United States or Gibraltar ? Vote for the TOP Country of the Week !


De potten, die men gebruikt, moeten niet te groot zijn en ook moet de aarde niet te vast worden aangedrukt. Men moet er ook op letten goed poreuze, dunwandige, niet te hard gebakken potten te gebruiken. Dadelijk na het verpotten worden de planten eenige malen aangegoten. Vergeet men dit aangieten, dan wordt het jonge loof direct dor en de plant verliest veel van haar waarde.

Deze ruimte, die noodzakelijk is om te beletten, dat bij het gieten het water dadelijk van den pot afloopt, noemt men den gietrand. Bij het gewone gieten, is het voldoende, dezen gietrand eens met water te vullen, bij het aangieten gaat men echter anders te werk. Men neemt een fijnen broes-gieter en besproeit daarmede de aarde, er voor zorgende, dat er geen water op blijft staan.

Slechts voor die potten, waarin grootere zaden liggen, gebruikt men, bij het aangieten, een broesgieter; voor die, welke zeer fijne onbedekte zaden bevatten, gebruikt men den rafraichisseur. Dezen moet men echter nog zeer voorzichtig behandelen, en er vooral op letten, dat de zaden niet naar één zijde van den pot gespoeld worden.

De broes dient tot het aangieten van zaden, stekken en pas verpotte planten, alsook om des zomers de buitenstaande planten te besproeien. Een zeer bijzonderen gieter, met een lange tuit en een slechts aan de bovenzijde met gaatjes voorziene broes, toont ons fig. 10. Deze gieter is zeer geschikt om buitenstaande planten te begieten.

Vooral moet er op gelet worden, dat de kluit, bij het verplanten, behoorlijk vochtig is, daar deze anders moeilijk water opneemt, terwijl bij het aangieten het water door de versche aarde wegzakt, waardoor de kluit zou verdrogen en de wortels ziek zouden worden.