United States or Haiti ? Vote for the TOP Country of the Week !


De breede Blaak met hare menigte van winkels, de Boompjes, en de vroolijke Wijnhaven, met hare schijnbaar door elkander gewarde schepen met kleurige wimpels en nommervlaggen, de deftige Leuvehaven, met hare statige huizen, bevielen haar nogal; maar het Nieuwe Werk vond zij de moeite niet waard een wandeling genoemd te worden, en de Plantage telde zij onder de omstreken van Gorkum.

De havens en kaden als van het Haringvliet, de Oude- en Nieuwe havens, de Leuvehaven, de Wijnhaven, de Kolkkade, zij leeren ons het echte Rotterdamsche stadsleven kennen voor de mannen van zaken, en openen bij de drukke bedrijvigheid talrijke schilderachtige uitzichten. Verder onzen weg vervolgend, zien wij spoedig een vierkant gebouw verrijzen op den hoek van den Schiedamschen dijk.

De jodenjongen, het valies op zijn nek, liep telkens even op een sukkeldrafje, met een benauwd-rood gezicht, snotterend en leep-oogend naar Paul, die op de Wijnhaven, waar 't wat minder smerig was, nog grooter stappen was gaan nemen, zijn lange, ietwat te magere beenen vlug verplaatsend, zoodat het onderstuk van zijn dunne ulster, in voortdurende slappe golving meeging.

Hij liep de Wijnhaven heelemaal af, en aan het eind ging hij de brug over, en ook de groote draaibrug, die de kaden verbond der druk-lijnige Leuvehaven, waar de vele straat-en-haven-geluiden van alle kanten tegen hem aan kwamen druischen, en recht-doorloopend door een breede straat, zwart van modder, passeerde hij een langen stoet van sleeperskarren, alle geladen met ijzeren staven, die er van achteren een eind overheen hingen, de lucht rammeiend met hun daverend geschuur en gerammel.

Den grond voor deze ophooging verkreeg men, doordat men tegelijk havens ging graven. Zoo ontstonden: Haringvliet, Buizengat, Leuvehaven, waarvoor men de Leuve alleen had uit te diepen en te verbreeden, Glashaven, Bierhaven, Wijnhaven en Scheepmakershaven . Zie het kaartje op pag. 31.

"Nog geen veertien dagen geleden, trok hij mij bij het oor van de kornis der Koningsbrug, waar ik een luchtje schepte." Enjolras verwijderde zich haastig van den straatjongen en fluisterde zeer zacht een dichtbij staanden werkman van de Wijnhaven eenige woorden toe. De werkman verliet het vertrek, en kwam zeer spoedig weder binnen, vergezeld van drie anderen.

Langzaam, zijn jas recht-trekkend en dicht-knoopend kwam hij het sombere viaduct onderuit, keek even, als uit gewoonte, naar de lucht..., stak toen met groote stappen het beplaste plein over, schuin, den kant van de Wijnhaven op. Er hing een nattige atmosfeer, en 't scheen wel of 't namiddaglicht al kwijnde, schoon 't nog nauwelijks vijf uur was.