United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het beruchte rotterdamsche wijf Kaat Mossel, die in de staatkundige beroerten van de laatste helft der voorgaande eeu hare rol speelde, had eenen anderen geslachtsnaam. Het grootste deel der Rotterdammers evenwel wist, dat wijf aangaande, anders niet dan dat zy Kaat heette, en dat zy keurster was van de schelpvisch op de rotterdamsche vischmarkt.

Dan eerst als de Nederlandsche natie, langs uwe gladde banen, dagelijks door elkander zal geschoten worden als een partij weversspoelen, zal er welvaart en bloei en leven en spoed in ons dierbaar vaderland heerschen! November 1837. Genoegens smaken. Uit de correspondentie met Augustijn. "Of ik de Rotterdamsche kermis ben gaan bijwonen? De hemel behoede mij, hoe komt gij aan dat bericht?

De rotterdamsche ingenieursfirma H. Doyer en Co. installeerde op het mooie landgoed, waar praktijk en weelde zoo schitterend samengaan te midden van een wonderheerlijk landschap, de godin met den tooverstaf, Vrouwe Electriciteit.

Maar de Rotterdamsche jongens, die niet verkozen, dat een vreemde het geld verdiende, waarop zij meenden recht te hebben, beloofden mij een pak slaag, als ik het waagde mij weder aan een der schuiten te vertoonen, en tegen de overmacht kon ik slecht op. Zoo heb ik alles verkocht wat ik nog van eenige waarde bij mij had, en nu, sedert gistermiddag heb ik geen stukje gegeten."

Ook Spanje is niet vergeten, en afzonderlijk is voor 5 April een reis aangekondigd naar de oostkust en het eiland Majorca. Daarbij behooren ook Barcelona met de omstreken, aan de lezers van de Nieuwe Rotterdamsche Courant op zoo aangename wijze bekend geworden door de brieven van den correspondent van het blad.

Toen de heer J. H. Jurriaanse, het hoofd der firma, in het Rotterdamsche museum wenschte te zoeken naar voorwerpen die hij voor zijn beschrijving noodig had, waren de zalen uit hoofde van de verbouwing, gesloten. Dit speet hem en niet minder mij, want ik had hem aan veel kunnen helpen.

De officier van gezondheid G. A. J. van der Sande heeft van zijn opnemingsreis aan boord van de »Soembawa« een en ander meegebracht voor het rotterdamsch Museum voor land- en volkenkunde. Daaromtrent lezen wij in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, dat er ongeveer honderd voorwerpen zijn, voor 't meerendeel afkomstig van de eilandgroep ten zuiden van Celebes, in de Flores- en Savoe-zeeën.

Maar dikwyls is 't koddig, iemand die zyn beschaving en taal grootendeels opdeed in de rotterdamsche Zandstraat, den liplap te hooren uitlachen omdat deze een glas water en 't gouvernement, mannelyk-, of zon en maan onzydig maakt.

Zal ik mij als een razende dweper den beulen toewerpen en uitroepen: 'Ik ben ook een martelaar?" Hoor eens hier, mijn verheven briefschrijver; zie mij eens goed in de oogen! Best! En laat ik u nu zeggen, dat gij er niets van meent. Wat hebt gij uitgevoerd, kwast! in die acht dagen, dat de Rotterdamsche kermis geduurd heeft? Immers niets dat de moeite waard is.

De militaire bezetting kon worden opgeheven en vervangen door eene politie-macht, die vooralsnog volkomen in staat blijkt om orde en rust op voldoende wijze te handhaven. Kort geleden is Merauke, zooals het thans aan den bezoeker zich voordoet, beschreven in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Aan dit uitvoerige verhaal is veel van het volgende ontleend.