United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook aan monumenten van anderen aard is Namen arm: haar kerken kunnen in geenen deele wedijveren met de eerwaardige kathedralen, die wij elders hebben bezocht, en waarin nog de geest vertoeft der eeuwenlange aanbidding.

Het stelsel van voeding is een zeer wezenlijk element van wanorde in het perzische leger: daar er geen intendance bestaat, moet ieder soldaat voor zijn eigen voeding zorgen, en in den regel doet hij dit ten koste der streek waar hij vertoeft.

Voor het aangepaste en veel verduidelijkende decor wordt de logiek, de wetenschappelijke ontwikkeling van een passie, een leven, verwaarloosd. Zoolang de arme edelman nog op zijn hof vertoeft, gebeurt er alles, behalve een paar scènes, in den tuin. Zijn dochter en eenig kind dwaalt droomend langs de struiken.

Geen vreemdeling, al vertoeft hij nog zoo kort te Tunis, kan nalaten de ruïnen van Carthago te bezoeken. Hoe worden echter zijn verwachtingen omtrent hetgeen hij te zien zal krijgen teleurgesteld, zoo hij niet van te voren ingelicht is! Want van de eenmaal zoo bloeiende en trotsche hoofdstad der Karthagers, eertijds de koningin der Middellandsche zee, is bedroefd weinig meer over.

De oogen staren oneindig ver weg, als om aan te duiden, dat de ziel van den Boeddha in het Nirwâna vertoeft. Overweldigend moet de indruk van het beeld zijn op den eenvoudigen geloovige, die opziet naar zijn Meester.

Met weinig opgewondenheid bezoekt men de ruime vertrekken, waar nog sporen der weelde en grootheid van het vorstelijk huis te ontdekken zijn, omdat men in de geheele reeks van Graven en Hertogen minder belang stelt, dan in den edelen staatsgevangene, in wiens kerker men met weemoed vertoeft.

De Bonte Kraai vertoeft veel meer op den grond; wil men haar in haar waren aard zien, dan bespiede men haar langs de zeestranden, waar zij dikwijls aan de Groote Zeemeeuwen doode en verrotte dieren betwist. De Zwarte Kraai bewoont bij voorkeur de bosschen, zet zich neder op hooge boomen en is veel schuwer van aard.

Weldra hield de Hopman voor een aanzienlijk gebouw stil, hetwelk het raadhuis bleek te zijn. "Hopman," zeide nu de monnik, op dien toon van gezag, welken hij, waar het pas gaf, zoo meesterlijk wist te gebruiken: "gij vertoeft hier met uw bende, tot gij nadere bevelen ontvangt, en gij zorgt, dat niemand in het raadhuis kome, die er niet van doen heeft: en nu! laat ons spoedig binnengaan."

En waarom, edele Rezia! zou dat niet mogen zijn? vroeg Siddha; niets, dunkt mij, behoeft u en mij daarin te verhinderen, en mogelijk zou ik u soms nog 't een en ander kunnen meedeelen van het land waar tegenwoordig uwe vriendin vertoeft, dat misschien in staat ware uwe belangstelling op te wekken. Welnu! antwoordde Rezia, niet geheel wil ik uw vriendelijk aanbod afslaan.

"Gij ziet uw kaarteblad hangen," vervolgde Adeelen: "welnu! zoo gij geen lust hebt, om daarnevens te waaien, pak u dan van hier; want, bij het zwaard van mijn stamvader, Koning Adegild, ik geef u ter prooi aan de roofvogels, zoo gij een oogenblik langer vertoeft."