United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


Elf gesmoorde metaalslagen waren aan komen waaien uit den verren dorpstoren en nog altijd zat de gast van den hovenier in de tuinmanswoning te soezen onder de lamp; alles in huis sliep den stevigen slaap van den voornacht, na een dag tobben in de open lucht. Hij zat te rooken, met het hoofd lui achterover tegen het tochtschot geleund.

Een tochtschot geelwit geverfd als de geheele kamer, glimmend met overlangsche lichten tusschen een tal van fotografische portretjes in zwarte, gladde lijstjes en ruitjes, waarmede het volbehangen was, sneed van het vertrek een stuk af en maakte van dat gedeelte bij de ramen een soort van lade, waar de tafel en de stoelen net konden worden ingeschoven.

Werktuigelijk was hij begonnen te tellen: «ééne, tweeë, drieë," 't was of het onderste gedeelte van zijn lichaam weggenomen werd, en een gevoel van waaiende spinraggen ging over zijn voorhoofd, over zijn oogleden en over zijn wangen; «acht, negen," herhaalde hij, «acht, negen, acht, negen," ging het al stiller en verder van hem weg... toen sliep hij met het hoofd tegen het tochtschot en met den zwarten kater ineengerold op zijn knieën.

Naast hem zat de gast met den rug lui tegen het houten tochtschot geleund; een opgeslagen boek lag voor hem op den rand van de tafel en aan de korte kanten waren nog twee stoelen leeg, stijf met hun met was gewreven sportige leuningen. Er was een gezellige stilte in het vertrekje, de gulzige stilte van menschen die letters verslinden.