United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb er eene geheele verzameling van schilderijen opgedaan. Zie hier eenige nommers van mijn catalogus. No. 1. Een Teekenmeester, zijn eigen werk beschouwende. Het is een kort, tenger mannetje, min of meer grauw van tint, met kleine, grijze oogen en een scherpe kin.

Hij was bijgevolg wat letterwijs geworden in de kunst, en toen Piet ééns wist hoe hij een penseel moest houden, had de goede teekenmeester verbaasd gestaan over hetgeen hij er mee wist te verrichten.

»Och, dominé! ik kan wel wat teekenen, ik heb er zelfs groote liefhebberij in; mijn vader, die voor alles vaardigheid had, heeft mij de eerste lessen gegeven, en moeder, die niet wilde dat ik in de beginselen zou blijven steken, heeft mij een tijdlang bij den teekenmeester laten leeren, maar, daar ik bemerkte, dat ik niet vorderde, liet ik dat varen en ging maar liever zoo wat op mijn eigen houtje voort."

Zijn linkerbeen was ietwat stram, zoodat hij licht hinkte en steunde op een stok, wat overigens niets schaadde aan zijn wel echt aristocratisch voorkomen. De teekenmeester van zijn dochtertje, burgerlijk-correct, met vollen baard en iets plechtigs-gespannen in zijn gansche houding, vergezelde hem met afgemeten passen.

De omtrek was met vaste hand getrokken, met al de zekerheid en kunstvaardigheid van een bekwaam teekenmeester: maar toch was deze wiskunstige teekening, schoon onberispelijk van lijnen, koud en zonder leven. Hoe is trouwens oorspronkelijkheid en leven mogelijk, waar de schilders zoo, ik mag wel zeggen werktuigelijk, naar vaste recepten arbeiden?

Vóór hem stond lief-glimlachend jonkvrouw Elvire met haar gouvernante en op vier passen afstand volgde menier de groave met den teekenmeester. Fonske schetste een groet met de hand naar zijn hoofd alsof daarop een pet stond en sloeg dan dadelijk weer schuw-bedeesd en onbewegelijk den blik ten gronde.

»Kom, kom, vat moed! als gij het nu niet zoo goed meer kunt, zou dan de teekenmeester het niet voor je kunnen doen, als je hem zegt wát het wezen moet. Krimpelman moet zeer knap zijn, naar ik hoor," hernam Sanne meewarig over een leed, dat zij zelf niet voelde, maar zij hield van haar man, al toonde zij het op hare wijze. »De teekenmeester! neen, dank-je kind!"