United States or Georgia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen bovendien de slecht bewaakte transportschepen door de Watergeuzen in brand waren gestoken of tot zinken gebracht, oordeelde Bossu het maar het verstandigst het beleg op te breken en de stad voorloopig in handen der Watergeuzen te laten. Rozenburg bestond nog niet. Hoezee! Behouden was den Briel, Door Rochus Meeuwisz. trouwe. Hij was er een met hart en ziel Voor Willem van Nassouwe.

Sint Rochus zij geloofd! het is spoedig genoeg anders met mij geworden!"

»In zijnen zwavelpoel stopte hij ze, waar weenen is en knersing der tanden." »Voor eeuwig en eeuwig?" »Zuster Barbara, dat is veel gevraagd. De Madonna is rijk aan genade; en veel vermag op dit stuk de voorspraak van Sint Rochus, mijnen patroon.... Maar laat mij voortgaan, zuster! laat mij voortgaan.

Wèl wonder, dat ik dáárbij niet den nek gebroken heb; want het uitstek, waarop ik mij gewaagd had, waggelde onder mijnen voet, en duidelijk hoorde ik in den steen de kabouterlui hameren en beitelen." »En =als= ge nu eens, broeder Rochus" viel Barbara in, terwijl zij de handen zich over de borst vouwde »=als= ge nu bij die strapatzen eens om het leven gekomen waart?"

"Die zal verraden!" zeiden de slechte soldaten. De negentien monniken zaten in het midden, schijnheilig vroom en bibberend, hoewel men in de Hooimaand was en de zon helder en warm scheen, en een zachte zeewind de zeilen der boot deed zwellen, die log en zwaar over de groene golven gleed. Pater Nicolaas sprak toen en zeide tot den loods: Rochus, leidt men ons naar het Galgeveld?

De kleine schaar der Watergeuzen zou tegen den aanval der Spanjaarden niet bestand zijn geweest, indien het niet eenen moedigen aanhanger van den prins, den scheepstimmerman Rochus Meeuwiszoon, gelukt was, de Nieuwlandsche sluis open te hakken en daardoor aan het zeewater den toegang tot het land te verschaffen.

De volksverbeelding heeft hen vast: zij hebben hun bekende gedaante en hun attributen, men kent hun ijselijke martelie en hun verbazende wonderen. Zij gaan gekleed en uitgerust als het volk zelf. Men kon mijnheer Sint Rochus of Sint Jacob iederen dag in levende pestlijders of pelgrims ontmoeten.

Daar veranderden echter de oorlogskansen: de Geuzen hadden een bondgenoot gekregen in het bruisende water, dat den polder, waarin gestreden werd, binnenstroomde. Rochus Meeuwiszoon, een Brielsch timmerman, had al zwemmende, onder een regen van musketschoten, de Nieuwlandsche sluis weten te bereiken en open te hakken, zoodat het terrein van den strijd geheel onder water kwam te staan.

Wie ooit op Neêrlands vrijheid roem' Zorg' dat hij Rochus Meeuwisz. noem. Waar moest hij nu echter heen? De weg over den Maasmond was voor hem zoo goed als afgesloten. Al had hij schepen kunnen bemachtigen, dan toch zou de overtocht te gevaarlijk geweest zijn, daar de »Piraten« met hun vlugge zeilers de geheele Maas bestreken.

De boot werd gemeerd aan de Groene Kade, de negentien monniken namen er plaats in; de vreesachtige Rochus werd gezet aan het roer, Uilenspiegel en Lamme, beiden goed gewapend, gingen staan op de voorplecht. Eenige schavuiten, die met het oog op de plundering als soldaten bij de Geuzen waren gekomen, zaten bij de monniken, die honger hadden. Uilenspiegel gaf hun te eten en te drinken.