United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Is vandaag juist een maand geleden, dat mijn man mij hier bracht, in zijne afdeeling; in zijn huis, thans ons huis, binnenleidde. De Koningin had men niet hartelijker kunnen ontvangen. Heel Rembang vierde feest; van af de grens vlagde ieder huis; zelfs van de huurkarretjes woei de driekleur.

De kinderen doen zoo hun best; ik heb er nu twaalf, waaronder een paar volwassenen. Ik ben nu bezig aan het uitzetje van uw a.s. kleinkindje. De zusjes verlangen naar een meiske, en mijn man naar een zoontje. Als het een dochtertje is, dan zal ik haar dubbel liefhebben, omdat allen hier naar een jongen verlangen. Rembang, 17 Juli 1904. Mijn eigen liefste Moedertje,

Daarna begon ik zelf te sukkelen; ik kan tot nu toe nog niet goed met het Rembangsche klimaat overweg. Wij wonen vlak aan zee, maar hetgeen op Japara een tractatie was, is hier op Rembang een plaag. Hier moeten wij oppassen voor den zeewind, die zeer ongezond is, daar hij eerst over koraalriffen en modder heenstrijkt, vóór hij ons bereikt.

Rembang, 24 Augustus 1904. Liefste Moedertje mijn. 't Was dus niet de laatste brief geweest, dien u onlangs van me ontving. Ik had er al voor gevreesd, maar misschien is deze het toch wel, want mijn tijd nadert ras, dat voel ik. Moedertje, hoogstwaarschijnlijk komt uw kleinkindje eerder dan wij hem eerst verwachtten. Dag, mijn lieveling. Houdt u beiden u maar goed!

We ontmoeten elkaar op menig, menig punt. En nu weet u nog niet eens, wie mijn verloofde is: Raden Adipati Djojo Adiningrat, Regent van Rembang. En nu, adieu! Spoedig schrijf ik meer, en dan uitvoerig hoop ik. 1 Augustus 1903. Ik wil mij den hoogsten titel waardig maken, die er is: kind-Gods. Zei ik u niet, dat wij al lang afstand gedaan hebben van alle persoonlijk geluk?

Ons schooltje op Japara telt nu reeds twee en twintig leerlingen, dochters van Inlandsche hoofden; de zusjes geven onderwijs. Ook hier ben ik dat werk begonnen, mijn eigen dochtertjes zijn mijn eerste leerlingen. Zoo hebben de Javaantjes dan haar meisjesdroom tot werkelijkheid kunnen brengen. Rembang, 8 Juni 1904. Wij gaan niet uit en ontvangen zelden; en toch is mijn leventje steeds vol.

Dat is mijn en ook zijn wensch. Zijne kinderen zijn niet meegekomen tot mijn groote spijt; ze zijn nog zoo klein, en de reis is vermoeiend. 25 Augustus 1903. Ik zal te Rembang een ruim arbeidsveld vinden, en ik zal er Goddank niet alleen staan; hij heeft beloofd, mij krachtig ter zijde te zullen staan.

Arme lieverd, hij had moreel meer geleden dan ik, toen ik zoo ziek was. Hij zou de heele wereld onderste boven willen halen om mij leed en pijnen te besparen. Rembang, 10 Augustus 1904. Moeske liefste, ik moet zooveel aan u denken, vooral in den laatsten tijd. En telkens als ik aan u denk, komt er een zacht teeder gevoel over me, doch tegelijkertijd ook diepe weemoed.

Verder van de Regentswoning te Rembang, waar zij iets meer dan een jaar een gelukkig leven leidde, waar haar zoontje Raden Mas Sienggih geboren werd, en waar zij vier dagen na diens geboorte, slechts 25 jaren oud, uit dit leven werd weggeroepen. Deze photo en die van haar graf, mocht ik van haren echtgenoot voor dit boekwerkje ontvangen.

Als het goed gaat, wat een nasleep zal ik toch krijgen! daarvoor ben ik ook eene moderne vrouw. Zeker is het, dat ik een heel eigenaardigen bruidschat meê brengen zal. De Regent van Rembang trouwt een heele kotta. Wat doet hij ook zich te stellen tusschen het volk en diens bruid.