United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Noemt zij zich zelf niet steeds met fierheid »Jeanne la Pucelle« en zal zij niet later, bij het hooren van haar doodvonnis, jammeren en weeklagen »dat haar lichaam, dat zij tot het einde toe rein en ongerept heeft weten te bewaren, verbrand en tot asch verteerd moet wordenZoowel te Poitiers als later te Rouaan zal zij zich telkens gedwee en gelaten aan het onderzoek onderwerpen.

Dan ontbloot zij het hoofd en met een linksche buiging begroet zij hem met de woorden: »God schenke U een lang leven, gentil DauphinOp de vraag van den koning, wie zij is en wat zij van hem verlangt, antwoordt zij, dat haar naam is »Jeanne la Pucelle« en zet zij in enkele woorden uiteen welke opdracht haar door »den Koning der Hemelen« gegeven is.

Aan een paal op den brandstapel leest men het volgende opschrift: »Jeanne, die zich laat noemen la Pucelle, leugenaarster, volksmisleidster, Godslasteraarster, afvallige van het geloof van Jezus Christus, ketterin, enz. enzin het geheel zestien beschuldigingen, maar zestien valsche beschuldigingen, zestien leugens.

By Göthe en Schiller rymt Ritter op Jezuïter, ehren op währen, Kaiser op weiser, führen op probiren, enz. Boileau koppelt audace aan Parnasse, pucelle aan modèle, e.a. De sop is de kool niet waard. Jammer maar dat nog altyd zoo velen hun wysheid over dergelyke kinderachtighedens aan den man weten te brengen als Letterkunde en zelfs als poëzie! Maniessan: zoetigheid, konfituren.

Nergens blijkt gelukkig, dat Jeanne ooit haar nieuwen naam of wapen heeft gevoerd: haar banier bleef onveranderd en tot het einde toe heeft zij zich zelf niet anders genoemd dan: »Jeanne la Pucelle«. Gelukkig voor Jeanne besluit de Raad des konings tegen het eind van October tot een kleine expeditie in de Loirestreek. Dat geeft dus werk, al is het niet het groote werk, dat Jeanne verlangt.

Wat ik dus in de hier volgende hoofdstukken in de eerste plaats heb trachten te geven, is een aanééngeschakeld verhaal van het leven van Jeanne d'Arc, zooals dit is op te bouwen uit de feiten, die geschiedkundig vaststaan. Als voornaamste bronnen, waaruit ik mijne gegevens heb geput, noem ik: Jules Quicherat, Procès de Jeanne d'Arc, dite la Pucelle. Paris 1841.

Het rapport van de dames-commissie, waarin o.a. zitting hadden genomen de koningin van Sicilië en Jerusalem en de vrouw van den heer de Gaucourt, luidde volkomen gunstig voor Jeanne: »que c'était une vraie et entière pucelleDan eindelijk is het onderzoek afgeloopen: het heeft zes weken geduurd.

Aan tafel zit men volgens zijn rang aan, in de Kapel heeft een ieder zijn vaste plaats, er is verschil bij de titulatuur: Heer, Jonker, Dame, Demoiselle en Pucelle. Bij het afscheid geeft de Seigneur de baronnen zijn hand, maar de dienende ridder zegt hij alleen maar goeden dag.

Voltaire, de sater van het gezonde menschenverstand, zingt van «La pucelle

In dien brief eischt zij van den koning van Engeland en van zijn veldheeren, kort en bondig, dat zij de sleutels van de steden, die zij veroverd hebben, zullen teruggeven aan haar »la Pucelle« die door God gezonden is, en dat zij het land zullen verlaten.