United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik weet niet of het dien dag in Avignon paardenmarkt of paardencongres was: nog nooit, althans, heb ik ergens zooveel paarden, wagens, karren en rijtuigen bij elkaar gezien! Het was er eenvoudig niet om door te komen. Ik geloof heusch dat er iets-bizonders was voor paarden, op dien dag, in Avignon.

Niemand scheen zich erg om die dakloozen te bekommeren, elk had genoeg met zijn zorgen en zijn onrustige nachten. Menigeen lag geregeld te turen naar den helderen sterrenhemel. De Russen waren nu de mannen die hen uit den nood zouden helpen. Sommige sinjoren hadden permentelijk Russen op de Paardenmarkt gezien. 't Gaat goed, verzekerde Snepvangers, de Russen zijn kleppers.

Was de vliegende Hollander hier komen landen in dees gruwelijken nacht? Het doodstille Klapdorp wentelde in donkerder nacht-diepten voort, laaglanend als een kelder, tot eindelijk de vaal-groene vlakte der Paardenmarkt daar voor mij openlag, als een omneveld meer in een bergland. Hoe rustig was weer alles.

De straat, waar hij door moest, heet nog de Straat van den Houten Man. Eindelijk is de hoogte bereikt, en mijn rijtuig houdt zijn plechtigen intocht op het Zocodoverplein. Zocodover! Welk een deftige en verheven naam, ofschoon hij eenvoudig beteekent de Paardenmarkt, en wat schijnt hij goed te passen bij de heldenherinneringen van de keizerlijke stad!

't Was een bewoond oord zonder menschen, een eenzaam oord met menschen; 't was een boulevard der groote stad, een straat van Parijs, vreeselijker des nachts dan een bosch, akeliger des daags dan een kerkhof. 't Was de oude wijk der Paardenmarkt.

"Bij den Heer Blaek," antwoordde Reynhove: "ik heb zijn zoon op de paardenmarkt leeren kennen en heb niet kunnen weerstaan aan zijn pressante invitatie, om eenigen tijd bij hem te komen passeeren."

De doorluchtige stad, zoo als Fosses in de kronieken genoemd wordt, is thans niets meer dan een stil gehucht, dat alleen op den dag van de paardenmarkt voor eenige uren uit zijne dommelige rust ontwaakt. Weldra dalen de plateaux en eene opeenvolging van zacht glooiende heuvelen brengt ons weder in de schoone en liefelijke vallei van de Sambre.

Ameide is een net, vriendelijk plaatsje, stadsachtig gebouwd, met nette, burgerlijke huizen aan den binnenkant en tegen den Lekdijk gelegen, met ruim 1500 inwoners, die in mandenmakerij en teenwerken, in landbouw en veeteelt bronnen van bestaan vinden. De paardenmarkt te Ameide wordt wel niet zoo druk meer bezocht als vroeger, maar is toch een der belangrijkste uit de provincie.

De doorluchtige stad, zoo als Fosses in de kronieken genoemd wordt, is thans niets meer dan een stil gehucht, dat alleen op den dag van de paardenmarkt voor eenige uren uit zijne dommelige rust ontwaakt. Weldra dalen de plateaux en eene opeenvolging van zacht glooiende heuvelen brengt ons weder in de schoone en liefelijke vallei van de Sambre.

"Weet je," had de man weder gezegd: "mijn grootvader heeft den zijne gekend toen hij net zooveel had als er nu op m'n hand leit. Wat deed ie?.... Van werken en sjouwen had ie duiten appart geleid, en, toen ie tien gulden bij mekaar gekoejoneerd had, toen ging ie naar de Deventersche paardenmarkt, en kocht er 'en afgedankte kerresier, die ook al voor de dillejans had geloopen.