United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al wat ontvluchten kan, ontvliedt, En keert naar 't spookslot nimmer weder. Een hol gelach klinkt spottend na: "Voor mij de bruid, haha! haha!" "Verschrikkelijk!" riep de Jonker, wiens gelaat nu doodsbleek geworden was. "Dat was eene ontzettende gebeurtenis, en ik noem het dwaas, ja roekeloos, om zulk een lied in het holst van den nacht te zingen, en dan nog wel midden in een dicht woud.

Wanneer men de vrije keus bezit, is het voorzeker onzinnig den oorlog te kiezen, maar als men dien slechts vermijden kan door zich voor eene vreemde natie te vernederen, verdient hij blaam, die het gevaar ontvliedt, niet hij, die het zonder vrees aanvaardt. Dit is naar het mij toeschijnt het antwoord, dat op de Perzische voorstellen dient gegeven te worden; het eenige dat Athene waardig is

Stijgt daarom, bid ik, zonder overwegen, Terstond te paard, en vindt mij aan den voet Des bergs, waar langs zijn helling zich de weg Naar Mantua wendt, want daarheen vloden zij. Maakt, beste heeren, spoed, en volgt mij ras. THURIO. Dat noem ik toch een dwaze deerne, die 't Geluk ontvliedt, wanneer het haar vervolgt. Ik volg, veel meer op Eglamour gebeten, Dan op de dolle Silvia nog verliefd.

En al zou hij zich ook verzetten tegen dien drang, de zomerhitte zou hem dwingen, eraan te gehoorzamen; want wie de middagzon ontvliedt, kan niet nalaten zich te verlustigen in het licht der sterren. Wij traden dus binnen.

Met stoomrijtuigen ontvliedt de gediend hebbende stoom door den schoorsteen in de opene lucht, zoo dat men daarvan geen water trekt, om voor de voeding des ketels te dienen.

O, maatschappij! het is dan waar, gij hebt over mijne wieg geroepen: die vrucht hoort mij toe, want het is de eerstgeborene van eenen beul; men levere hem over aan den smaad der menigte; hij worde met bloed en laster overladen, en dat hij onder zijne broederen leve gelijk eene slang, welker gezicht men met afschrik ontvliedt.... Spotternij, terwijl men dit vonnis over mij uitsprak, lag ik in mijne wieg het blinkend zonnelicht toe te lachen!

Dit leed is grooter dan te dragen is. Meêschreien met die schreien brengt wel troost, Maar leed, door hoon verscherpt, is dubb'le dood. LUCIUS. Ach, dat deze aanblik zoo diepgrievend is, En toch 't gehate leven niet ontvliedt! Dat nu de dood het leven leven nog Laat heeten, schoon het niets dan aad'men is.

Schoon nu Verwoesting schaduw zij Der Liefde, volgend haar nabij Op 't witte Doodspaard, dat gevleugeld Als een stormwind onbeteugeld Ook de snelste ontvliedt het niet Trapt op onkruid en gebloemt, 't Slechte en schoone saâm verdoemt, Menschen en gediert vertreedt Eens stuit gij dien ruiter wreed, Hart en lichaam ongedeerd. Geesten, zegt wie u dit leert! Waar vloôn de Geesten heen?

..... „Ge ontvliedt mij!... Hoe ontzind Zijn leven te offeren aan den een’gen, dien men mint, En, weggestooten, nog ’t geluk te moeten derven Na zooveel liefde en smart met hem te mogen sterven.”

Zy treft den Reus in de ooren Hy geeft den weêrstand op en acht zich-zelv' verloren, En, nietig overschot, bedekt met wond en buil, Ontvliedt hy 't schriktooneel in angstig noodgehuil. Men volgt, en zet het woud, waarin zy schuilplaats vinden, In vuur.