United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men kan schijven ook eerst een nacht in azijn leggen, dan in geklutste eijeren, met zout en notemuskaat, en daarna in gestooten beschuit wentelen, om ze voorts luchtig in boter op te bakken. Ten slotte voegt men er een paar lepels melk bij en laat in deze dikke saus het vleesch een half uur op een zacht vuur stoven. Haché.

Op eene varkenslever neemt men 1 1/2 p. mager varkensvleesch en 1 p. spek. De lever wordt 10 minuten in kokend vleeschnat gelegd, dan door eene zeef gewreven, en met het vleesch en spek, dat gekookt en aan zeer kleine dobbelsteentjes gesneden moet zijn, door elkaâr geroerd; men kruidt het naar den smaak, met zout, gestooten nagelen en notemuskaat.

Dan legt men ze in koud water, lardeert ze, kruidt ze met zout en notemuskaat en braadt ze in boter. Of, zij worden afgekookt, in schijven gesneden, in eijeren, notemuskaat en gestooten beschuit gewenteld en in boter gebakken; men laat er ten slotte eenige citroendruppels op vallen. Gekookte kalfskop met saus.

Dan stooft men ze eenige minuten met boter en voegt er, indien men ze heeft, wat bouillon bij; men roere er vooral niet in, en raspe er bij het opdoen notemuskaat over. Een zeer lekkere schotel is het ook als men er kastanjes door stooft, die eerst afzonderlijk gekookt, gepeld en niet te fijn gemaakt moeten worden. Men geeft dit geregt bij ossentong en wildbraad. Boerenkool.

Turons. 5 o. geraspte amandelen, 7 1/2 o. suiker, 1 geraspte citroenschil, 2 l. kaneel, 1/2 l. gestooten nagelen en 1 geraspte notemuskaat, worden met het wit van 12 eijeren door elkander gemengd, door een en ander, met een houten lepel, heen en weder te stooten en te wrijven, zonder het echter te roeren. De koekjes worden volgens No. 111 gebakken.

Fijn rundergehakt. Men neemt evenveel rund- als varkensvleesch, dat men zoo fijn mogelijk hakt, en voor 5 ons vleesch voegt men er 1 1/2 ons boter, 2 eijeren, het wit tot schuim geklopt, en een paar in melk geweekte sneden wittebrood bij, waarvan de korst is afgesneden, met wat zout, peper, notemuskaat en foelie.

Dan besmeert men een vorm of schotel met boter en legt er een blad deeg in, waarop men eene laag, ter dikte van een vinger van de volgende farci legt: Een soepbord vol gekookte ham, waaraan niet te veel vet is, fijngehakt met een uije en dooreengeroerd met 6 geklutste eijeren, 5 m. room, benevens wat notemuskaat. Hierop volgt weder een lap deeg en zoo om en om, tot men met deeg sluit.

Op eene flesch rooden wijn neemt men 1 1/2 ons suiker en 1 l. pijpkaneel. Men stopt de tuit van den ketel met een papier digt, en laat het zoo kokend heet worden. Koude eijerwijn. Men neemt voor 1/2 fl. rooden of witten wijn 3 eijerdoijers, die men klutst met suiker en notemuskaat; dan giet men er zachtjes aan den wijn bij. Bisschop.

Men roert het dooreen en giet er dan zooveel kokend water bij, als men, het verkoken medegerekend, noodig heeft; na verloop van anderhalf uur giet men het door eene zeef. Rijst wordt afzonderlijk gekookt en bij het opdoen in de soep gedaan, die men kruidt met notemuskaat. Bruine rundersoep. De bereiding van dezen bruinen bouillon vindt men in A No. 9 opgegeven voor ragout.

Als zij gaar zijn, giet men er het water goed af en stooft ze met boter en wat zout, zeer voorzigtig schuddende, opdat zij niet fijn worden; men bindt het nat met eijerdoijers en raspt er notemuskaat bij het opdoen overheen. Den rand van den schotel belegt men met doijers van hard gekookte eijeren. Sleep-aspersies.