United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


In conformité van ons pre-advijs pr de Cappelle sijn den 7en Meij uijt dese reede...na de bocht van Quinangh vertrocken den Kievith, Meerman, Wakende boeij, Nachtegael ende t' Quelpeert. Missive Taijoan naar Japan, 11 Sept. 1642.

Ende soo jemand hier souw willen inbrengen andre munt, al droegse het Keisers beelt, dat men hem nieten admittere, maer weer omsende. Ende wil hy daer tegen inbinden, dat Snatersnel, geassisteert met hare suster, niet op en houwe hem alsoo te bejegenen, dat men sijne rede soo weynigh sal komen in achtinge nemen, als men kan doen het gesangh vande nachtegael, onder het geschreeuw van de esels.

Evenals de Wakende Boeij en de Nachtegael zal ook 't Quelpaert de Brack vóór 8 Jan. zijn teruggekeerd. Arch.; zie ook Dagr. Arch. Miss. 24 Juni 1618 en Miss. Batavia naar Firando 28 Febr. 1620, Coen, dl. Vgl. Memorie van pampieren pr t Schip Amsterdam over Taijouan aen d'Ed. Heer Gouverneur Generael in dato 23e Nov. Ao 1637 geconsigneert. No. 7; ook in Dagr. Japan, 5 Febr. Ao 1637.

God zegene u, schoone Madzy, en geve u een voorspoedige reis! Zoo die reis mij slechts een paar duizend wakkere Friezen bezorgen kon, dan ware er wellicht nog kans het beleg te rekken. In een tegenovergesteld geval! welnu, ook dan is mijn besluit genomen!" Zoo vlught de nachtegael het vogelvangers garen, En valt in 's arends klaauw. Vondel. Maria Stuart.

O nachtegael, clein voghel, Woudt ghij der mijn bode zijn, En vliegen tot den ruiter Den allerliefsten mijn. zong meester Wouter, uit het oude, toen nieuwst in zwang zijnde liedeke, tot hij, den vreemde ziende, ophield en dezen zijne ruwe hand toestak, die de ander gaarne drukte, al was ze met roet en kool bezwart. Ha! zei hij, oude vriend, welkom weer in het lieve land!

Ick wachte voor mijn beste pant, Tot troost van mijn verdriet, Ick wachte vry een weerder hant; Maer u en wacht ick niet. Terwijl hem* dit gebeurt met wonder groot vernougen, 461 Soo koomt de nachtegael sigh by de vrijster vougen, En queelt daer uyte borst met soo een bly geschal, Dat haer* vermenghde stem verheught het gansche dal.