United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die ichthyosaurus is door den natuuronderzoeker Chaining Pearce gevonden, in de liasformatie van Somersetshire; het fossiele skelet lag op den buik. Door de ééne of andere overstrooming overvallen, was het dier met zand bedekt en toen versteend met al wat het bevatte, met uitzondering van de zachte gedeelten.

Indien de lengte der vier ledematen gering schijnt, dan wijst de bouw der staartwervels en eene vergelijking met die der visschen met lang lichaam er op, dat de staart van den ichthyosaurus voorzien was van breede en krachtige vinnen, die vertikaal stonden, zooals bij al onze visschen, en niet horizontaal zooals bij den walvisch; men begrijpt, dat hij bij eenen zoo gerekten lichaamsbouw met behulp van eenen zoodanigen roeiriem het water met snelheid kon doorklieven.

In het Museum te Parijs vindt men eenen ichthyosaurus, waarin zich een kleine volkomen gevormde ichthyosaurus bevindt. Moeder en kind zijn volkomen goed bewaard gebleven. Dit is een onwederlegbaar bewijs voor de stelling, dat die kruipende dieren levende jongen voortbrachten.

In 1839 ontdekte de Engelsche natuuronderzoeker Richard Owen een even groot kruipend dier als den plesiosaurus, waaraan hij den naam van pliosaurus gaf, en die van den vorigen daarin verschilt, dat zijn hals minder gerekt en veel korter is, evenals bij den ichthyosaurus. Toch behoort de pliosaurus tot het type der plesiosauren.

Onze lezers zullen zich nog beter dan door de geteekende fossielen rekenschap kunnen geven van het voorkomen der ichthyosauren en plesiosauren, indien zij fig. 212 blz. 370 beschouwen, en vooral bij het bestudeeren van de titelplaat van dit werk: op die plaat zijn de plesiosaurus en de ichthyosaurus geplaatst, vergezeld van niet minder vreemde wezens, die wij thans zullen beschrijven.

De wervels, de ribben en de overige deelen van het skelet konden nauwelijks onderscheiden worden van de overeen-komstige deelen van eenen ichthyosaurus, en ook de schedel kwam in velerlei opzicht met dien van den laatsten overeen. En toch waren er geene tanden aanwezig; zelfs werden de tandholten gemist.

Indien wij zoo de sporen van dit lang vervlogen leven terugvinden, indien wij in het lichaam van den ichthyosaurus het voedsel terugvinden, dat hij een oogenblik vóór zijnen dood inzwelgde, indien wij daarin nog de overblijfselen zien van visschen, voor honderden millioenen jaren verslonden, dan verdwijnt die onmetelijke tijdsruimte voor onzen geest, en dan vinden wij ons als het ware in onmiddellijke aanraking met alle gebeurtenissen, die toen ten tijde hebben plaats gevonden, als waren zij eerst onlangs geschied.

"Hij heeft gelijk," roept mijn oom, die den kijker niet van zijne oogen heeft weggenomen. "Nu nog fraaier!" "Ja! het eerste dezer monsters heeft den bek van een bruinvisch, den kop van een zeedraak, de tanden van een krokodil en dat heeft ons bedrogen. Het is het vreeselijkste der voorwereldlijke kruipende dieren, de ichthyosaurus!" "En het andere?"

Plotseling verdwijnen de ichthyosaurus en de plesiosaurus, en vormen een echten maalstroom in den schoot der golven. Verscheidene minuten verloopen. Zal het gevecht ten einde gebracht worden in de diepten der zee? Maar eensklaps komt een ontzaglijke kop, die van den plesiosaurus, boven water. Het monster is doodelijk gekwetst. Ik bemerk zijne verbazende schaal niet meer.

In de zeeën zwemt de logge ichthyosaurus met zijne ontzaglijke oogen en vreeselijke kaken; de plesiosaurus met zijnen langen hals, die met zijne lange pooten zwom, in de diepte der zee onderdook en dadelijk weer op de oppervlakte verscheen; de teleosaurus, monsterkrokodil van tien meters lengte, wiens gespleten muil, die eene wijdte had van twee meters, dieren kon verzwelgen zoo groot als ossen; de hyleosaurus, met zijn gepantserd schild, die de oevers onveilig maakte; terwijl op de eilanden, die uit het water verrezen waren, aan den voet der heuvels, aan den oever der zeeën, in stroomen en meren, in de met varens, cycadeën, araucaria's en verschillende naaldboomen versierde bosschen, de ontelbare soorten van dinosauriërs leefden, die in de secundaire periode de zoogdieren der tertiaire periode voorafgingen: atlantosauren, reusachtige grasetende viervoetige dieren van 30 meters lengte; brontosauren, sauropoden van 15 tot 20 meters; dicloniën, tweevoetige kruipende dieren van 12 tot 15 meters lengte; stegosauren, tweevoetige dieren van 10 meters; iguanodons, tweevoetige dieren met de klauwen van eenen vogel, en de vleeschetende theropoden: de megalosauren, ceratosauren, labrosauren, amphisauriden, compsognathen enz., kruipende dieren van elke grootte en gedaante, waarvan enkele half krokodil en half vogel waren, en die van het land en de zee, de oevers en de bosschen eene fantastische wereld moesten maken, waarvan wij ons thans geen denkbeeld meer kunnen vormen.