United States or South Georgia and the South Sandwich Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij weten het dat die dieren eens moeten hebben geleefd door de fossielen welke zijn opgegraven, en door een bevroren geraamte dat de Siberische zon heeft te voorschijn gesmolten uit een gletscher maar ook weten we dat er geen meer bestaan. Onze ontdekkingsreizigers..." Bij dit laatste woord viel hij me ongeduldig in de reden. "Jullie ontdekkers? Pfh! Zwakkelingen.

Op die weiden loopen ontelbare kudden antilopen, herten, helladotheriums, giraffen, palaeotragi, palaeorea's, waarvan men de fossielen gevonden heeft in Griekenland, Zwitserland en Frankrijk. Daarbij komen nog het hipparion, de mastodon en de mesopitheke aap. In het algemeen nadert de natuur in die periode tot die van den tegenwoordigen tijd.

De werkelijke overblijfselen van eenen fossielen mensch zijn eerst in onze eeuw gevonden, zooals wij later zullen zien. In diezelfde miocene periode heeft de vogel, niet meer de reptiele, maar de werkelijke vogel, voor goed bezit genomen van den dampkring.

Dit voorbeeld, ontleend aan de schildvleugelige insecten, één der oudste onder de fossielen, verschaft ons veel licht omtrent den oorsprong der soorten. Ieder dier verandert, om zich aan te passen naar de gewijzigde levensvoorwaarden.

Men vond daar in 1725 die beroemde versteening, die de geleerde wereld eene halve eeuw lang in beroering bracht, en waarin de natuuronderzoeker Scheuchzer eenen fossielen mensch meende te herkennen, dien hij den naam gaf van homo diluvii testis, "mensch, getuige van den zondvloed". Inderdaad was het niets anders dan het geraamte van eenen slecht bewaard gebleven kikvorsch of liever van eenen salamander, 1,26 meters lang.

Daar de geologische onderzoekingen zich nog nauwelijks uitstrekken over het duizendste deel van de oppervlakte der aarde, zoo is het niet vreemd, dat men zoo weinig fossielen gevonden heeft, behoorende tot de eerste tijden van het leven op aarde; daarenboven zijn die oorspronkelijke formaties zóózeer verhit en zóózeer gewijzigd door de inwendige warmte der aarde, dat de groote meerderheid van de overblijfselen van levende wezens onder die omstandigheden verwoest zijn.

Ieder dier hoofdverdeelingen kan weder onderverdeeld worden, want er zijn een groot aantal lagen, die uit een mineralogisch oogpunt en uit het oogpunt van fossielen onderling zeer verschillen. De voornaamste zijn: Voornaamste verdeelingen der Juraperiode. I. Liasformatie. Zandsteen der Infraliasformatie Rhetische laag. Onderste liasformatie Sinemurische laag.

In het algemeen zijn de krijtgesteenten lichter van kleur en frisscher dan de Juragesteenten, de fossielen zijn niet zoo volkomen veranderd en schijnen ook jeugdiger dan in de laatstgenoemde formatie. Men vindt in het krijt zeer weinig ijzer, gips, dolomiet en steenzout, daarentegen vindt men er klompen vuursteen in grooten getale.

De lagen phosphorzure kalk, die men in zoo groote menigte te Quercy vindt, hebben in menig opzicht groote overeenkomst met de siderolithische formatie, en schijnen even als deze grootendeels tot de laatste helft der eocene periode te behooren. Die lagen bevatten een groot aantal fossielen, vooral van zoogdieren.

Ik wist toen namelijk niet, dat onder de fossielen uit Bahia Blanca een paardetand in het moedergesteente verborgen was; ook was toen niet met zekerheid bekend, dat de overblijfsels van paarden in Noord-Amerika algemeen zijn. Onlangs heeft Lyell uit de Vereenigde Staten een paardetand meêgebracht; en het is een belangrijk feit, dat Prof.