United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Reeds naderde de dag, waarop het op de proef zou worden gesteld, Pruisen maakte zich gereed, om Denemarken te overweldigen. Welke houding zou Noorwegen aannemen? Ibsen verwacht, dat de daden, die op de woorden moeten volgen, niet zullen uitblijven. En toch, niettegenstaande dit idealisme is niet Hakon, maar Skule de interessantste figuur van het drama.

Het is, van die zijde gezien, de eenheid van Noorwegen, waarover Kongsemnerne handelt. Tot nu toe stond het ééne landschap tegenover het andere, en de geschiedenis van het land bestond uit een aaneenschakeling van twisten tusschen gewesten; koning Hakon is geroepen, daaraan een einde te maken en de Noorweegsche stammen te vereenigen tot opbouwenden arbeid.

Goedroen, nog ontroostbaar en verfoeiend het geslacht, dat haar verraderlijk van alle levensvreugde had beroofd, vluchtte uit haars vaders huis en zocht een schuilplaats bij Elf, Sigurds voedstervader, die, na den dood van Hiordis, Thora, de dochter van koning Hakon had gehuwd.

Zij waren allen de gepersonifieerde jeugd; en terwijl Hebe den grooten held en halfgod Hercules huwde toen zij ophield haar ambt te vervullen, werd den Valkyren haar ambt ontnomen, toen zij vereenigd werden met helden als Helgi, Hakon, Völund en Sigurd.

In Kongsemnerne is het begrip toch meer met Hakon verbonden dan met Skule. Het is schoon, een roeping te hebben; Skule, die haar niet heeft, wenscht die van Hakon te stelen. Wie ze heeft, dien vervult zij met blijdschap. In de tusschenliggende stukken wordt het woord niet genoemd, maar het begrip is toch aanwezig. In Brand treedt de roeping op als een eisch, die verschrikken kan.

Daar bleef zij zeven zomers bij Thora, die de dochter was van den Denenkoning Hakon. Om Goedroen haar gramschap te doen vergeten weefde Thora in kleeden de voorstellingen van duitsche koningszalen en deensche schepen, en van heldenspelen en roode schilden en van gewapende heldenscharen.

Harald Hárfagri had Noorwegen tot een rijk gemaakt; moet het een volk worden. Skule representeert den ouden tijd, Hakon den nieuwen. Maar als Hakon deze gedachte heeft uitgesproken, wordt Skule daardoor als bezeten; hij wil het nu zijn, die haar realiseert.

De dagen, die kwamen, zouden de Skandinaviërs tot broeders maken, gelijk Hákon Hákonsson Noorwegen tot een volk had gemaakt. Die gedachte was toen zoo nieuw als de andere thans, en thans kon men de ongeloovigen op de dagen van Hákon wijzen, gelijk Hákon Skule wijst op de dagen van Harald Hárfagri. Het nieuwe broederschap was in feestelijke samenkomsten beklonken.

Koning Hakon houdt over hem de lijkrede: 'Skule was Gods stiefkind op aarde'. Dat wil wel zeggen, dat God geen rekenschap van zijn daden geeft, en zoo doet het denken aan de harde leer van den pottenbakker, die vaten tot oneer noodig heeft.

De wolf moest zoo tot den laatsten dag geketend blijven, wanneer hij zijn boeien zou verbreken en vrij zou zijn om het hem aangedane te wreken. De wolf Fenris, Van de boei ontdaan, Zal zwerven op aarde. Doods-lied van Hâkon.