United States or Czechia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Goedroen gaf een luiden gil en sloeg de handen in elkaar, dat de bekers langs de wanden beefden en de ganzen in den hof antwoord gaven. En toen Brunhilde dezen jammergil hoorde, lachtte zij van ganscher harte. Goedroen sprak tot Hagen: "Hagen, hoe kunt gij mij zoo het onheil melden, dat aan al mijn vreugde een einde maakt?

Levend wierpen de krijgsknechten hem in een groeve, die wemelde van slangen. Maar Goenther sloeg grimmig in de harpesnaren en de slangen sliepen in. Eén slang echter bleef wakker en kroop naar Goenther en stak den held diep in het hart. Goedroen, die thuis gebleven was, zon in hevige woede op wraak.

Overeenkomstig een derde en zeer afwijkende overlevering verdronk Goedroen niet, maar werd door de golven naar het land gevoerd waar Jonakur koning was. Daar werd zij zijn vrouw en de moeder van drie zonen, Sörli, Hamdir en Erp. Zij kreeg bovendien haar geliefde dochter Swanhild terug, die intusschen tot een mooi meisje van huwbaren leeftijd was opgegroeid. Swanhild.

Wat de Edda er echter van vermeldt, en zij noemt de Walkure Sigdrifa, d. i. Zegebrengster heb ik samengesmolten met de werving van Brunhilde door Siegfried in Goenthers gestalte, nadat hij aan het hof der Gibichungen met Goedroen in liefde vereenigd was.

Eens in een nacht, toen de gezanten vertrokken waren, schrok Goedroen plotseling wakker. Want zij was in grooten angst om haar broeders, en zij had een voorgevoel, dat hun iets overkomen zou. Atli sprak tot haar: "Ook ik werd plotseling gewekt door waarschuwende geesten. Ik droomde van mijn doodsvaart. Ik zag hoe gij, Goedroen, mij met een dolk gruwzaam doorboordet. Wat zou dat beduiden?"

Toen deelde de zwaanwitte Goedroen haar goud uit en gaf roode ringen aan haar dienaren en schonk al haar sieraden weg. Niets spaarde die vrouw uit hare schatkamers. Atli nu was zeer dronken en hij ging zonder zorg en geheel ongewapend naar bed, en hij nam zich niet in acht voor Goedroen. Dat was een vroolijker spel, toen zij elkander eens omhelsden!

En als het razende Noodlot Siegfried en Goedroen en alle verwanten van beiden heeft gedood, verrijst het historische geslacht der Gothen. In de laatste fragmenten der eddaïsche heldenzangen wordt Diederik van Bern genoemd: "Diederik en Goedroen klaagden elkander hun rampspoed."

Wanneer er wolven op haar aangevlogen waren en vlammen om haar heengeslagen waren, wolven en vlammen zouden haar liever zijn geweest. Zij zat bij Siegfrieds lijk en wilde wel sterven, en zij was zoo vol gramschap, dat zij opvliegen wilde, maar weenen kon Goedroen niet. Naast Goedroen zaten de allerhoogste edelvrouwen, en een ieder sprak over het leed, dat zij ooit hadden beleefd.

Ofschoon ten doode gewond, hief Sigurd zich in bed op en zijn beroemd zwaard dat naast hem hing grijpend, wierp hij het met al de kracht die nog in hem over was naar den vluchtenden moordenaar en hieuw hem in tweeën toen hij de deur bereikte. Toen, met een laatst gefluisterd vaarwel aan de verschrikte Goedroen zonk Sigurd achterover en blies den laatsten adem uit.

De koning en koningin hadden drie zonen, Gunnar, Högni, en Guttorm, die dappere jonge mannen waren, en een dochter, Goedroen, het liefste en het mooiste van alle meisjes. Allen heetten Sigurd hartelijk welkom, en Giuki noodigde hem uit eenigen tijd te toeven.