United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met de wervelkolom zijn verschillende beenderen verbonden, die voor de vasthechting van spieren dienen. Deze beenderen vormen te zamen het skelet; het bezit van zoo'n skelet of geraamte behoort tot de 't meest in het oog vallende kenmerken van een Gewerveld dier. Hun bloed is rood, terwijl dat van de vertegenwoordigers der meeste andere diergroepen kleurloos is.

Zoo heeft de trilobiet, de koning der zeeën uit de azoïsche periode, tot opvolger eenen op hem gelijkenden visch, die met hem de heerschappij over de primaire wateren deelt. Het is alsof het vreemde dier uit twee deelen bestond, een voorste gedeelte, waardoor het tot de ongewervelden zou behooren, en een achterste gedeelte, waardoor het gewerveld is.

Op de grens der gewervelde en ongewervelde dieren ontmoet men den Amphyoxus, lancetvischje, "den eerwaardigen amphyoxus", zooals Haeckel hem begroet, die nog meer van de visschen verschilt, dan de visschen van den mensen. Het is een gewerveld dier zonder kop.

Het waren reusachtige grasetende, viervoetige dieren, de grootste viervoetige dieren, die er ooit bestaan hebben. De brontosaurus was een zooltreder en had aan de vier pooten vijf teenen; zijn kop was zeer klein, en wel kleiner dan bij eenig bekend gewerveld dier; zijn hals was lang en buigzaam, zijn romp kort. Waarschijnlijk was het een tweeslachtig dier.

De binnenteen bestaat in den regel uit twee, de binnenste voorteen uit drie, de middelste uit vier, de buitenste uit vijf leden. Van de spieren verdienen vooral vermelding de borstspieren, daar zij de vleugels bewegen. Bij de Vogels bereiken zij een veel grooteren omvang dan bij eenig ander Gewerveld Dier. Door haar samentrekking veroorzaken zij den neerwaartschen vleugelslag.

Deze azoïsche periode heeft, zooals wij zagen, millioenen jaren geduurd. Gedurende dien langen tijd vertoonden de eerste diersoorten, hoe laag zij ook stonden, reeds sporen van vooruitgang. Wel is er nog geen enkel gewerveld dier en bestonden er zelfs nog geene insecten, visschen, kruipende dieren, vogels of zoogdieren. Maar onder de ongewervelde dieren is er vooruitgang.

Wij zagen vroeger, dat de amphyoxus, koploos gewerveld dier, den overgang vormt van de ongewervelden tot de gewervelden: de paleontologie is weer in volmaakte overeenstemming met de physiologie: de visschen, de oorspronkelijke glansschubbigen, behooren tot het type van den amphyoxus. Zij missen wervels en inwendige beenderen.

De temperatuur van het bloed is lager bij de Kloakdieren dan bij eenig ander warmbloedig Gewerveld Dier. Reeds in 1883 berichtte de Russische onderzoekingsreiziger Michluko-Maclay, dat hij bij den Mierenegel een temperatuur van 28°, en bij het Vogelbekdier eene van 24.8° had waargenomen. De zoöloog Richard Semon van Jena, die van 1891 tot 1893 Australië doorreisde, vond bij 7 Mierenegels niet alleen een zeer lage, maar ook een zeer veranderlijke temperatuur, varieerende tusschen 26.5° en 34°. Dus, schommelingen van 7°, terwijl bij andere Zoogdieren de grootste waargenomen schommelingen niet meer dan 2

Het lichaam van een Gewerveld dier is tweezijdig symmetrisch, d. i. het kan door één vlak in twee deelen worden verdeeld, die elkaars spiegelbeeld zijn, dus uitwendig elkander volkomen gelijken, met dien verstande, dat wat bij de eene helft aan den linkerkant gelegen is, bij de andere helft aan de rechterzijde ligt, enz. Dit is o.a. het geval bij de zeester, fig. 18.

Zij vereenigen den bloeddorst van de Wezel met de vraatzucht van de andere Relmuizen, vallen met ware woede op ieder Gewerveld Dier aan, dat men in haar hok brengt, dooden in een oogwenk een Vogel, maken binnen weinige minuten voor goed een einde aan den tegenstand van een bijtlustige Muis en vallen zelfs elkander aan.