United States or Maldives ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men moet zich gereed maken om te schieten, zoodra het Vogelbekdier duikt, om hem op het oogenblik van zijn terugkomst aan de oppervlakte te treffen. Daar de hagel door de losse, dikke vacht niet gemakkelijk heendringt, moet men den kop zien te raken. Wij wondden er een, dat blijkbaar zwaar getroffen, oogenblikkelijk zonk, maar spoedig weder boven kwam.

Daar nu de mannelijke Zoogdieren soortgelijke klieren op dezelfde plaatsen hebben, geloofden de eerste ontleedkundigen, die zich met het Vogelbekdier bezighielden, niet, dat zij hier echte zoogorganen voor zich hadden, tot dat Meckel aantoonde, dat de genoemde klieren bij het mannelijke Vogelbekdier niet ontwikkeld zijn, en Bär opmerkte, dat de melkklieren van de Cetaceën een soortgelijken bouw vertoonen.

De aap, naar het ligchaam half mensch half dier, het vogelbekdier, van vogel tot zoogdier opklimmende, een wilde met vederen op het hoofd, een knods in de hand en een pantalon met souspieds aan de beenen, kwetsen evenzeer het schoonheidsgevoel als iemand, binnen eene beschaafde maatschappij handelende, zooals dit bij de wilde stammen gebruikelijk is, het zedelijk gevoel kwetst.

De temperatuur van het bloed is lager bij de Kloakdieren dan bij eenig ander warmbloedig Gewerveld Dier. Reeds in 1883 berichtte de Russische onderzoekingsreiziger Michluko-Maclay, dat hij bij den Mierenegel een temperatuur van 28°, en bij het Vogelbekdier eene van 24.8° had waargenomen. De zoöloog Richard Semon van Jena, die van 1891 tot 1893 Australië doorreisde, vond bij 7 Mierenegels niet alleen een zeer lage, maar ook een zeer veranderlijke temperatuur, varieerende tusschen 26.5° en 34°. Dus, schommelingen van 7°, terwijl bij andere Zoogdieren de grootste waargenomen schommelingen niet meer dan 2

Gewoonlijk heeft elk hol echter twee ingangen: de eene onder den waterspiegel, de andere ongeveer 30 cM. er boven. In alle tijden van 't jaar ziet men het Vogelbekdier in de rivieren van Australië, het veelvuldigst echter gedurende de lente- en zomermaanden; het is mogelijk, dat zij winterslaap houden.

Het liefst bewoont het Vogelbekdier stille plaatsen bij rivieren, waarin talrijke waterplanten groeien en welker oevers door lommerrijke boomen overschaduwd worden. Hier graaft het aan den waterkant een min of meer kunstig hol. Een ongeveer 6 M. lange gang, die zich herhaaldelijk kronkelt, mondt uit in een ruime kamer, die evenals de gang met droge waterplanten bestrooid is.

De Kloakdieren komen met de andere Zoogdieren overeen door de bekleeding van de huid: het Vogelbekdier heeft een vacht, de Mierenegel een stekelkleed; voor 't overige verschillen zij; ook door hunne uitwendig waarneembare eigenschappen belangrijk van alle andere bekende vormen der klasse.

Het Vogelbekdier is een weinig grooter dan de Mierenegel, ongeveer 60 cM. lang met inbegrip van den nagenoeg 14 cM. langen staart. De mannetjes zijn opmerkelijk grooter dan de wijfjes. De van boven naar onderen als 't ware samengedrukte romp, gelijkt in sommige opzichten op dien van den Bever of van den Vischotter.

Behalve beenderen van een uitgestorven soort van Mierenegel, die zich door aanzienlijke grootte onderscheidde, heeft men tanden van voorwereldlijke dieren gevonden, welke op die van het Vogelbekdier gelijken. Tegenwoordig bestaat deze eigenaardige orde uit slechts twee familien: de Mierenegels en de Vogelbekdieren.

Wij gingen haar na tot op een diepte van ongeveer 3 M. Plotseling kwam uit den grond de kop van een Vogelbekdier te voorschijn, juist alsof het pas in zijn slaap gestoord werd en gekomen was om te zien, wat wij verlangden. Naar het scheen, kwam het tot het besluit, dat onze geraasmakende arbeid niet voor zijn bestwil ondernomen werd, want het maakte ten spoedigste rechtsomkeert.