United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gyrogonites. Rotalites. Numulites. Renulites. Discorbites. Lenticulina. Lituolites. Spirolinites. Spirula. Orthoceras. Hippurites. Belemnites. Baculites. Turrilites. Ammonoceratites. Ammonites. Orbulites. Nautilus. B. Schaal met een kamer. C. Schaal ontbreekt. Deze hebben een wervelkolom, samengesteld uit een reeks van korte, met elkaar geledende beenderen.

Men strekte hem op een tafel uit, die gewoonlijk gebezigd werd om het grind en het zand der mijn uit te zoeken, en hij werd toen onderworpen aan stelselmatige wrijvingen en aan bewegingen van de wervelkolom en van de borstkas, geschikt om eene kunstmatige ademhaling in het leven te roepen. In één woord men wendde alle hulpmiddelen aan, die bij drenkelingen gebezigd worden.

Voorts geschiedt van nu af de geleding uitsluitend inwendig, tusschen de deelen van het geraamte. N.B. Voor de overzichten van de gewervelde dieren heb ik gebruik gemaakt van M. Dumeril, Zoölogie Analitique, waarbij ik mij slechts luttele wijzigingen in de rangschikking heb veroorloofd. Wervelkolom zacht en kraakbeenachtig; geen talrijke, werkelijke ribben

Borst- en buikholte worden aan hare rugzijde door de wervelkolom of ruggegraat begrensd, welke uit vele platte beenstukken, de wervels, bestaat. De bovenste wervel draagt den schedel, welke de schedelholte insluit; deze zet zich voort in de reeks wervelholten, die in de verschillende wervels aanwezig zijn. De verschillende wervelholten vormen te zamen de ruggemergsholte.

Amphibiën nadert deze roover met grootere voorzichtigheid dan andere dieren, en van de gevaarlijkheid van de Adder schijnt hij niet onbewust te zijn. Ringslangen en Hazelwormen grijpt hij, volgens Lenz, zonder eenigen schroom aan, ook als hij deze dieren voor de eerste maal ziet; hij pakt ze, ondanks hunne hevige kronkelingen, bijt hun de wervelkolom stuk en verslindt ze dan gedeeltelijk.

Zooals wij zagen behooren de hersenen tot de merkwaardigste organen der dinoceratiden: zij zijn kleiner dan van eenig ander bekend zoogdier, zelfs niet grooter dan de geheele wervelkolom. De ontwikkeling der hersenen heeft in de tertiaire periode volgens Marsh naar de volgende wetten plaats gegrepen: 1. Alle zoogdieren der tertiaire periode hadden kleine hersenen.

Wel had men nauwkeurige gegevens omtrent de plaats van die hagedis op de ladder der wezens, maar men wist nog niets met zekerheid omtrent zijne grootte, de verhouding der verschillende deelen van het lichaam, zijnen schedel, zijne wervelkolom en zijne voorpooten.

Indien wij het geraamte der apen, die in hunnen bouw het meest met den mensch overeenkomen, met het geraamte van den mensch vergelijken, dan valt het niet te ontkennen, dat er eene treffende overeenstemming bestaat. De geheele bouw, de ribben, de beenen, de armen, de wervelkolom, de kop maken den indruk van eene groote gelijkenis. Toch openbaren zich verschilpunten in de bijzonderheden.

Het heiligbeen en het stuitbeen echter maken deel uit van de wervelkolom en zijn te beschouwen als onderling vergroeide wervels. Overigens bestaat de wervelkolom uit wervels, die hoewel stevig aan elkaar verbonden, toch ten opzichte van elkander beweeglijk zijn. Men onderscheidt 7 hals-, 12 borst- en 5 lendenwervels.

Bij de tegenwoordige dieren is het aantal der wervels zóózeer bepaald, dat het tot onderscheidingsmiddel der verschillende families dient; bij de voorwereldlijke hagedissen daarentegen is dat aantal niet bepaald, hetgeen wijst op eene onvolkomen ontwikkeling: er had zich nog geen vast type gevormd; de wervelkolom bestaat nu eens uit 110, dan weder uit 120, ja zelfs uit 145 wervels, waarvan 45 dienen voor de inplanting der ribben.