United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen; hij kent al het onaangename van de luifels der hoeden. IJlings slaat hij den hoek om, ijlt de Gapersteeg door, draaft langs de Wijnstraat, galoppeert door de Posthoornsteeg en komt, bedaard en met een gezicht alsof er niets gebeurd was, de Blaak weder opwandelen. Zij is het waarlijk. Ja, dat vroolijke gezicht, die vriendelijke mond, die speelsche uitdrukking van oogen! Hij groet haar.

Dit vertrouwen in haar macht over Philips' onderkoning, brengt onverwachts een verandering in dien droom van jonge liefde. Den volgenden dag reeds in den namiddag galoppeert de hertog van Alva met rinkelende sporen en overdekt met het stof van de reis, begeleid door dertig ruiters, voor Hermoine's landhuis, om daar door zijn dochter met vreugde verwelkomd te worden.

Hij galoppeert naar 't hoofd der stormcolonne, springt uit den zadel en grijpt een vaandel "Ben jelui nog de overwinnaars van Lodi? Volgt je generaal!" Dan rent hij naar de brug. Allen hem na. Lannes ontvangt zijn derde wonde dien dag. Muiron, Bonaparte's adjudant, zijn chef met zijn lichaam willende dekken, valt dood voor zijn voeten. Gansche rijen grenadiers kleuren het brugdek met hun bloed.

Er woont te Khartoem nog een persoon, wiens gevoelens men wel graag eens zou willen ontleden, als hij in zijn uniform vol decoraties en op een prachtig paard, door de mooie lanen galoppeert. Dat is Slatin pacha, de vroegere gevangene van den Mahdi, thans inspecteur-generaal van de regeering van den Soedan. Welk een roman is zijn leven!

Guyot, die de escadrons des Keizers tot den aanval heeft gevoerd, valt onder de paarden der Engelsche dragonders. Napoleon galoppeert langs de vluchtenden, spreekt hun toe, spoort hen aan, dreigt, smeekt. Maar al de monden, die des morgens, "Leve de Keizer" riepen, gapen hem aan; nauwelijks kent men hem. De versch aangekomen Pruisische cavalerie stormt toe, vliegt, sabelt, houwt, doodt, verdelgt.

Voort gaat de tocht; ik heb nauwelijks den tijd, eenige aandacht te wijden aan de Kirghisen van deze woestijn, die deel uitmaken van de Kleine-Horde, en weinig verschillen van hunne broeders der Groote-Horde en der Middelste-Horde, van wie ik later spreken zal. Somwijlen ontmoeten wij troepen kameelen, dikwijls bij honderden te gelijk. Op het geklingel van de bellen onzer paarden, wenden zij hunne koppen naar ons om, en volgen ons langen tijd als met aandachtigen ernst met hunne nieuwsgierige blikken. Men weet hoe schuw deze voortreffelijke dieren zijn. Het gebeurt wel eens, dat wij hen te dicht naderen: dan vluchten zij in galop, naar alle kanten, met den staart in de lucht, als verschrikte koeien. Niets is grappiger, dan zulk een tooneel. Met zijne korter voor- dan achterpooten, maakt de kameel, als hij draaft of galoppeert, een allerzotst figuur. In de vlakten van Orenburg ziet men meer tweebultige kameelen dan dromedarissen; de reden hiervan moet gezocht worden in de meerdere kostbaarheid der dromedarissen. Deze laatsten zijn duurder dan de kameelen, maar kunnen ook eenige dagen achtereen voedsel en drank ontberen, terwijl de kameel na verloop van twee

Kolonel Chassanoff galoppeert naar den generaal en doet zijn paard in vollen gang met een ruk stilhouden. Excellentie, zegt hij en brengt de hand aan de muts, beveelt u dat de cavalerie een charge zal doen? Er zijn veldteekens opgestoken. Deze veldteekens hebben bij de bergbewoners bijna de beteekenis van vaandels, met dit onderscheid dat iedere »djighite" zijn eigen teeken kan maken en voeren.

Steil is het, ontegenzeggelijk; maar het opwekkende gezelschap van eenen schoonen waterval, die u telkens bij eene wending te gemoet of voorbij galoppeert, laat u dit nauwelijks bemerken. Ook verrast het u, langs uwen weg een blad te kunnen plukken van eenen afgedoolden citroenboom, of de hand te kunnen uitstrekken naar de stekels van eenen in het wild groeienden aloë.

Davoust en Bernadotte, die reeds naar het noorden zijn doorgemarcheerd, ontvangen order, als zij den 13en kanonvuur hooren, eveneens de Saale te overschrijden, want Lannes meldt thans in een tweede rapport, dat hij ieder oogenblik kan worden aangegrepen, en dat hij wel 50.000 man tegenover zich heeft. Dan galoppeert Napoleon zelf naar Jena.

Vóór die linie uit galoppeert Drouot, de commandant. Ginds blijft hij staan en wenkt met den degen. Daar is de vuurlijn. "In batterij!" schettert de trompet. Keert! vliegen de stukken. De artilleristen van 't paard. Even gericht. Vuur! Een hagel van granaten en kartetsen slaat in de dichte drommen der aanvallers; deze beginnen te wankelen. Nu infanterie vóór!