United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar dat iets van het goddelijke zijn deel is, het wordt den lezer voelbaar, doordien Goethe-zelf, hém scheppend, telkens uit lichtende hoogten omlaagduizelt, als ware hij zelf een Faust of een Tantalos. Goethes wanhopige scheppingsworsteling smelt met Fausts hemelstreven saâm.

In een duel met Margareta's broer Valentin verlamt hij den arm van Fausts tegenstander; deze wordt gedood en Faust moet vluchten, Gretchen in kommerlijke omstandigheden achterlatend. Hij weet niet dat Gretchen, die haar moeder en haar kindje heeft vermoord, op het punt staat onder beulshanden te sterven, maar hij bevroedt dat hij haar diep ongelukkig heeft gemaakt.

Mefisto heeft zich aan Faust onmachtig gemaakt, doordat Faust in de volgzaamheid aan zijn leidsman, zichzelf tegen hem heeft vastgehouden, de weddenschap op geene wijze verliezende. Eindelijk is het positief beginsel in Fausts natuur voldoende tot eigen kracht van daden gerijpt, zoodat Mefisto niet meer den weg behoeft aan te wijzen, doch alleen als Faust's dienaar kan blijven geduld.

Doch nu naderen hemelsche scharen en verdrijven, rozen-strooiend, de satans-trawanten van Fausts graf. Mephisto, prat op zijn recht, meent stand te houden, doch ook hém verwint de liefde, daar hij zij het ook echt-duivels verlekkerd wordt op de hemelknaapjes die Faust omzweven.

En verder: Dat Fausts leven niet een welbesteed in den zin van practiesch vruchtbaar leven kon zijn, ja, een lange reeks leerrijke mislukkingen moest worden, het ligt opgesloten in de oorspronkelijke conceptie.

Maar nu brengt Mephisto, bijna zeker van zijn triomf, hem in aanraking met het meisje, zoo argeloos als men ze slechts in Katholieke landen aantreft. En ziet: Fausts zinnelijkheid zet zich om in liefde, het goede overwint. En opnieuw trekt de verleider Faust naar beneden.

Aldus luidt de klacht, waarmeê Fausts nachtelijke alleenspraak in de studeercel aanvangt en waarvan geen famulus Wagner iets verstaat. Voor dezen is wetenschap nog niets anders dan lofwaardige geleerdheid, streelend voor het menschelijk gevoel van eigenwaarde. Dat wereld en leven raadsel zijn vermoedt hij niet.

Maar voor Annette heeft hij gekropen, nadat ze hem had verstooten, en nu hij als gerijpt man en meester over zijn grillen voor dit naïeve kind staat, het kind dat van hem heeft geleerd wat liefde is, nu.... Gelijk de edele Helena in Fausts armen tot woedende furie vergroeit, zoo wordt onschuldige Friederike door haar liefde hem een kwelgeest.

Fausts zoon beschrijvend, dacht Goethe aan den Engelschen dichter Byron, dien hij beminde als een zoon. Hij achtte hem den grootsten geest van den nieuweren tijd, en beweerde steeds dat hij, aan het eind van zijn uitspattingen, wel op den goeden weg zou komen.