United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Immers Syds Buwes Bakker, die in 1633 predikant was te Dokkum, schreef zynen naam als S. D. Artopaeus. Maar deze naam schijnt weêr met dien man verdwenen te zijn; als hedendaagsche geslachtsnaam is hy my nooit voorgekomen. De geslachtsnaam Nauta, met het ontaalkundige Van Nauta, in Friesland aan verschillende geslachten eigen, kan beschoud worden als eene verlatynsching van den naam Schipper.

Onder begunstiging des Stadhouders werd zij echter van 1654 tot 1656 volbragt en voortgezet, waardoor de gemeenschap met het naburige Groningen veel verbeterd- en het verkeer met Dokkum, mede als plaats van doortogt, zeer bevorderd werd. Ook de steden Bolsward en Sneek sloten zich bij den trekweg van Leeuwarden op Harlingen aan.

Slechts eenige weinigen, opzettelik uit alle verschillende nederlandsche gewesten genomen, kunnen hier vermeld worden: Dokkum, Dronrijp, Hinlopen. Dit zijn allen namen van welbekende plaatsen. Maar ook vele maagschapsnamen zijn ontleend aan de namen van kleine gehuchten, die weinig bekend zijn buiten hunnen naasten omtrek. De verklaring van die namen ligt dus niet zóó voor de hand.

H. Frijlink, Boekhandelaar te Amsterdam. I. Garcin, te Amsterdam. P. A. van Gelder, Koopman te Dokkum. Het Friesch Genootschap voor Geschied-, Oudheid- en Taalkunde te Leeuwarden. g. p. P. Gerbranda, Schoolonderwijzer te Lollum. C. Gerdenier, Burgemeester der stad Medemblik. 2 ex. Het Provinciaal Geregtshof van Friesland. J. Gerritsen, Landbouwer in het Meer bij Heerenveen.

De gemeenten, welke, in het laatst der 18e eeuw, 192 in getal waren, bediend door 208 leeraars, waren verdeeld in 6 Klassen, genoemd naar de plaatsen, waar de Klassikale vergaderingen werden gehouden, als: Leeuwarden, Dokkum, Franeker, Sneek, Bolsward en Zevenwouden of Heerenveen. In die vergaderingen hadden zitting al de predikanten, ieder met een ouderling, doch uit de steden twee.

Ook op den noordoosthoek dezer provincie werd in 1592 eene groote uitgestrektheid lands aangewonnen, doordien de Anjumer- en Lioessenser-polder bedijkt en vereenigd werd met het vroegere eilandje de Band. Doch Oost-Dongeradeel, ten opzigte der aanslijking zoo gunstig gelegen, verkreeg later een aanwas van nog grooter belang en meer gewigtig gevolg voor gansch Oostergoo. Bezuiden deze grietenij stroomde het Dokkumerdiep als een breede tak van de Lauwerszee tot aan de stad Dokkum, waar het zeewater eerst gekeerd werd door eene sluis, in 1583 aldaar van Oudzijl, bewesten die stad, overgebragt. Tusschen de dijken van dezen tak verzamelden de slibstoffen zich van lieverlede dermate, dat het vernaauwde diep den zeehandel van Dokkum niet enkel belemmerde, maar bij hooge vloeden met sterker geweld op de dijken aandrong. In 1665 en vooral in 1717 bragt dit groote schade te weeg. Daarom nam men toen op nieuw in overweging het reeds in 1584 door de naastgelegene grietenijen geopperde denkbeeld (Chb. IV 456, V 445), om het gansche diep op de grenzen der provincie af te sluiten, door bij Engwierum in den wijden mond tusschen Kollumerland en Oost-Dongeradeel een dijk met eene zeesluis te leggen. Het voorstel daartoe vond bij de Staten dien bijval, dat eerlang tot de uitvoering werd besloten. Dit werk, onder het bestuur van den bekwamen WILLEM LOR

Ook deze togt liep weder vruchteloos af, daar het leger, onder aanvoering van Graaf WILLEM van Oostervant te Stavoren geland, wel de zeekust langs trok, met de Friezen schermutselingen hield en Dokkum innam; doch te magteloos was, het Hollandsche gezag hier te herstellen, waarom het eerlang terugtrok, nadat al de pogingen, om 's Graven gezag ook in Groningen te vestigen, mede verijdeld waren.

Na hem succedeerde Graaf Enno daar op, in zyns vaders plaats. In den jaare 1530 heeft Keizer Karel aan zynen Stadhouder Schenk last gegeeven, om Dokkum en Slooten, welke Steden hy, na 't vertrek der Gelderschen, hadden doen vast maaken, de wallen wederom te slegten.

Overwinning van Radboud op Karel Martel bij Keulen. 717, 726 en 736. Karel Martel valt bij herhaling in Friesland tot uitbreiding van het Frankische gezag en ter invoering van het Evangelie. Bonifacius op zijne togten ter verkondiging van het Christelijk geloof te Dokkum met de zijnen vermoord. Karel de groote wordt door de Friezen als Beschermheer aangenomen. Invoering van het Christendom.

Den 6de dito zyn de Rennenbergschen, door de Friesen uit Dokkum en Kollum, in 't klooster Aduard verrast en verslagen; waar op het klooster, uit vreeze van wederom overvallen te worden, is in brand gestoken; waar in de Rennenbergschen wel 300 mannen verlooren.